Page 421 - Het middeleeuwse kastelenlandschap van het Oversticht - Diana Spiekhout
P. 421

                                veel meer gebouwsporen in de grond aanwezig dan Doornink destijds had opgetekend. Uit het grondradaronderzoek blijkt dat de hoofdburcht bestond uit een rechthoekige muur van ongeveer 90 x 95 meter, waarbinnen verschillende gebouwen lagen. Aan de zuidoost- en zuidwestzijde liggen sporen van mogelijke ronde hoektorens. Op het binnenterrein is een fundering zichtbaar van een zware bakstenen constructie van ongeveer 24 x 24 meter. Mogelijk is dit de toren die ook in historische documenten wordt genoemd. Daarnaast blijkt dat op het middenterrein verschillende andere funderingen van gebouwen nog in de grond aanwezig zijn. Op basis van het grondradaronderzoek konden de archeologen ook de twee buitengrachten en het bruggenhoofd traceren. Hoewel geen gravend onderzoek is verricht kan aan de hand van oppervlaktevondsten van keramiek toch een globale datering van de gebruiksduur van Arkelstein worden gegeven, want het meeste is afkomstig uit de periode 1350-1575.31
Figuur Arkelstein 2: Resultaten van het grondradaronderzoek naar de hoofdburcht van Arkelstein, uitgevoerd in opdracht van de gemeente Deventer in 2007.
In 2010 is archeologisch onderzoek verricht ten noorden van het in 2007 onderzochte terrein C waarbij nieuwe inzichten over het kasteel zijn verkregen.32 Zo konden de opgravers vaststellen
dat de Sallandse landweer aansloot op het grachtenstelsel van kasteel Arkelstein. Zij konden
ook waarnemen dat Arkelstein op een locatie lag waar men een beekdal kon doorkruisen.
Ter plekke was dus sprake van een natuurlijke trechter. In een tweede fase heeft men echter een deel van de gracht van Arkelstein gedempt en de landweer verplaatst ten behoeve van de bouw van een voorburcht.33 Voor dit doel heeft men de locatie eerst verhoogd met schoon wit zand. De opgravers konden geen specifiekere datering dan de veertiende of vijftiende eeuw koppelen aan deze voorburcht-fase. Op dit ophogingspakket vonden zij de fundamenten van een houten gebouw en restanten van poeren en haarden die afkomstig waren van een ander gebouw. De archeologen hebben zich moeten beperken tot het terrein dat verstoord zou worden, maar geven aan dat de voorburcht mogelijk nog omvangrijker is geweest.34
31 Bartels et al. 2007a: 105.
32 Van der Wal 2015.
33 Zie paragraaf 3.5. De opgravers verwerpen mijns inziens onterecht de naam voorburcht.
34 Van der Wal 2015: 73-75.
Catalogus
  419
 






















































































   419   420   421   422   423