Page 284 - Het middeleeuwse kastelenlandschap van het Oversticht - Diana Spiekhout
P. 284
Hoofdstuk 5
5.1 Inleiding
Wie een blik op de uitvouwkaart achterin het boek werpt, ziet dat er rondom de stad Groningen en de Kop van Drenthe, in Zuidwest-Drenthe, in Zuidwest-Twente, langs de rivieren de Regge en de Vecht en tussen de steden Deventer en Zwolle langs de IJssel relatief veel kastelen bij elkaar liggen. In dit hoofdstuk gaan we één van deze gebieden, te weten Zuidwest-Twente, op microregionaal niveau analyseren. Het doel is om zo meer inzicht te krijgen in het ontstaan en de ontwikkeling van een micro-regionaal kastelenlandschap. We hanteren daartoe de in hoofdstuk 1 geïntroduceerde interdisciplinaire werkwijze waarbij archeologische, historische, landschappelijke en kunsthistorische bronnen en methoden met elkaar worden gecombineerd.
Het Zuidwest-Twentse kastelenlandschap springt, in vergelijking tot de andere Overstichtse gebieden met een hoge kastelendichtheid, eruit. Nergens anders in het Oversticht liggen zoveel terreinen, dertien in totaal, zo dicht bij elkaar. De kastelen Goor en Diepenheim bestonden al in de twaalfde eeuw. Ze speelden in de late middeleeuwen een belangrijke rol in de ontwikkeling naar landsheerlijkheid, zoals reeds in hoofdstuk 3 naar voren is gekomen. De ontstaansgeschiedenis van Goor staat echter los van die van Diepenheim. Deze laatstgenoemde burcht en omringende heerlijkheid behoorden tot 1331 niet tot het Sticht, maar waren eigendom van de graven van Dale-Diepenheim. Toch hebben de burchten een overeenkomst: beide werden beschermd door borgmannen. Deze edelen bouwden vanaf de veertiende eeuw rondom Goor en Diepenheim hun eigen huizen als uitdrukking van hun ridderlijke status.
Figuur 5.1: De ligging van de in dit hoofdstuk besproken terreinen. 282