Page 227 - Het middeleeuwse kastelenlandschap van het Oversticht - Diana Spiekhout
P. 227
fossiele profiel van de grachtvulling, de boringen 7 en 20 zijn gericht op het fossiele maaiveld onder de wal die tegen de gracht aanlag. In boring 46 zijn op een diepte van 180 centimeter zegge- en houtresten bemonsterd. Alle monsters zijn uitgewerkt en geïnterpreteerd door Bas van Geel van de Universiteit van Amsterdam. De bladresten van dit monster zijn door de Rijkuniversiteit Groningen op basis van de koolstofdatering gedateerd.
Ten zuidoosten van het hoofdburchtterrein heeft Smeenge zeven boringen gezet met een Edelmanboor op 23 februari 2016. Deze had een diameter van 7 centimeter. De boring is gezet tot een diepte van 90 centimeter beneden het maaiveld. Op deze locatie was op het AHN2 namelijk een halve maanvorm te zien (figuur 4.8, pijl). Uit het booronderzoek blijkt dat deze vorm natuurlijk is: het betreft waarschijnlijk een deel van dezelfde dekzandrug waarop de Hunenborg is aangelegd.46
4
Figuur 4.7: Boorpuntenkaart van het onderzoek in 2016. De bemonsterde boringen zijn aangeduid met een stip.
Na het booronderzoek zijn kleine smalle sleuven gegraven ten behoeve van bemonstering voor optisch gestimuleerde luminescentie (OSL) datering. De bemonsterde locaties zijn weergegeven op figuur 4.7 en figuur 4.8. De monsters zijn genomen in het wallichaam van de voorburcht en het wallichaam ten zuiden van de hoofdburcht. Het voorburchtterrein is op 19 juli 2016 ter hoogte van boring 22 bemonsterd voor een OSL-datering.47 Ze zijn vervolgens aangeboden aan het Oxford Luminescence Dating Laboratory van de universiteit van Oxford in Groot-Brittannië.
46 Scholte Lubberink et al. 2018: 42.
47 Scholte Lubberink et al. 2018: 40-43.
Het kasteellandschap van de Hunenborg
225