Page 147 - Het middeleeuwse kastelenlandschap van het Oversticht - Diana Spiekhout
P. 147

                                van de langetermijnontwikkeling van de middeleeuwse kastelen in het Oversticht te maken. Tot slot bespreken we in paragraaf 3.6 de op de uitvouwkaart zichtbare kastelenclusters, aan de hand van de vraag hoe de hoge dichtheid aan kastelen in bepaalde regio’s kan worden verklaard ten opzichte van de ontwikkeling van het territoriale kastelenlandschap als geheel?
Voor een overzicht van de gebruikte bronnen en methoden verwijzen we terug naar paragraaf
2.4. Om inzicht te krijgen in de politieke, juridische en sociale context van de Overstichtse kastelenbouw hebben we de aldaar besproken bronnen doorgenomen en verwerkt in de
bijlagen 3.1 tot en met 3.6. In de eerste bijlage (3.1) treft men een overzicht van historische vermeldingen over de bezetting en verpanding van bisschoppelijke kastelen. Bijlage 3.2
bevat een overzicht van kastelen die door de bisschop zijn aangekocht. Bijlage 3.3 geeft
een inventarisatie van alle in de bronnen genoemde open huizen weer en in bijlage 3.4
worden de kastelen behandeld die door de bisschop in leen zijn gegeven. In bijlage 3.5
vindt men alle verdragen die betrekking hebben op het verlenen, toepassen of uitvoeren van 3 het versterkingsrecht. De systematisch in deze bijlagen bijeengebrachte informatie vormt de
basis voor de paragrafen 3.3 en 3.4.
3.2 De ontwikkeling van de bisschoppelijke territoriale macht en de vorming van het Oversticht
Inleiding
Vanaf 925 behoorde het bisdom Utrecht, dat voordien in het koninkrijk Lotharingen lag, tot het Oost-Frankische of Duitse rijk.2 Dit rijk was zo groot, dat de koning moeite had effectief zijn macht te organiseren door middel van centrale bestuurlijke organen. Dat stelde grootgrondbezitters met eigen grond- en gerechtsheerlijkheden op gewestelijk niveau zoals edelen, bisschoppen, abten en soms ook steden in staat om macht naar zich toe te trekken. Zij ontleenden hun posities aan hun goederen- en inkomstenbezit en de daaraan verbonden uitoefening van rechtspraak in strafzaken over onderdanen.3 Rond het begin van de twaalfde eeuw bakenden zij steeds duidelijker eigen autonome regio’s af. In deze periode kan er nog niet gesproken worden van duidelijk begrensde districten, maar van machtsbasissen bestaande uit grondbezit in combinatie met de criminele rechtspraak. Een machthebber kon de uitbouw van zijn territorium-in-wording beïnvloeden door bijvoorbeeld usurpatie van goederen en rechten van anderen tijdens vetes, huwelijkspolitiek of vererving, ontginning van wildernissen en het stichten van steden, kloosters en domeinen. Daarbij maakte hij gebruik van de economische groei, criminele jurisdictie en kastelen als fundament voor het nog uit te bouwen territorium.
In de twaalfde en dertiende eeuw ontstond zo in het Duitse koninkrijk een nieuwe politiek- geografische structuur van gebieden waar wereldlijke en kerkelijke landsvorsten zich steeds meer als territoriale machtshebbers profileerden. De term vorst of prins was in de twaalfde eeuw een verzamelnaam voor vooraanstaande heren met verschillende titels als aartsbisschop, bisschop, hertog, graaf, palts- land- of markgraaf.4 Zij oefenden rechterlijk gezag uit over afgebakende gebieden waarbinnen zij de landvrede moesten handhaven en verdedigen. Daartoe ontwikkelden ze een militair apparaat, bouwden kastelen, stichtten steden, vormden hofhoudingen en bouwden bestuursapparaten op met juridisch geschoolde ambtenaren. Daarnaast verwierven zij veel koninklijke rechten en land, in ruil voor de steun die ze de koning voor diens rijkspolitiek boden.
Hoe kwam het dat juist in deze periode vooraanstaande edelen begonnen met de uitbouw van een territorium? Volgens de historicus Arnold zijn daar verschillende interactieve sociale factoren voor aan te wijzen die vanaf de tweede helft van de elfde eeuw deze ontwikkeling
2 Van Winter 1997a: 105.
3 Arnold 1991a: 25-27.
4 Arnold 1991b: 19.
Het territoriale machtslandschap
 145
 















































































   145   146   147   148   149