Page 103 - Het middeleeuwse kastelenlandschap van het Oversticht - Diana Spiekhout
P. 103
(2) Mottes – De motte (Fr. château à motte) is de tweede vroege verschijningsvorm die kon
worden aangetoond in het Oversticht. Kenmerkend voor dit soort hoofdburchten was dat ze
waren gebouwd op een deels kunstmatige of volledig kunstmatige heuvel – de motte – van tenminste drie meter hoog.158 Deze verschijningsvorm kwam in het onderzoeksgebied voor
in de twaalfde en dertiende eeuw en kon worden aangetoond voor de terreinen Coevorden
(vóór 1150), de tweede fase van Borgbarchien (datering onbekend), de Klinkenberg (circa
1239) en Wittesheuvel (datering onbekend). Vermoedelijk waren ook de eerste fasen van
Kuinre-I en Hardenberg-I mottes. Veelal kon niet meer worden vastgesteld hoe hoog het 2 burchteiland van de hoofdburcht oorspronkelijk was. Het is goed mogelijk dat er nog
meer Overstichtse mottekastelen zijn geweest, die dan door afgraving in latere fasen zijn verdwenen en daarmee niet gemakkelijk te traceren zijn. Voor zover bekend, zijn ná 1250 geen mottekastelen meer gebouwd.
Figuur 2.15: De Klinkenberg bij Gees (Drenthe) is één van de weinig bewaard gebleven mottes in het Oversticht.
(3) Hoofdburchten met een ovalen of ronde ringmuur – Voor twee terreinen kon worden aangetoond dat op het hoofdburchtterrein een ronde of ovale ringmuur had gestaan, namelijk voor het dertiende-eeuwse Kuinre-I en het veertiende-eeuwse Voorst-III. Binnen de ringmuren zijn geen gebouwen gevonden tijdens het archeologische onderzoek.159 Mogelijk zijn deze er wel geweest, maar zijn de fundamentsporen als gevolg van sterke erosie of afgraving verdwenen. Ook bij Vollenhove wordt het bestaan van zo’n muur vermoed als opvolger van de eerdere ringwal.
(4) Hoofdburchten omgeven door een vierkante of rechthoekige ommuring – Vanaf 1350 kwamen ook zogenoemde vierkante of rechthoekige kastelen voor, waarbij de hoofdburcht niet werd omringd door een ronde of ovalen muur, maar door een vierkante of rechthoekige muur. Dit is aangetoond voor de kastelen Arkelstein, Waardenborg en Coevorden. Voor de Waardenborg en Coevorden kon worden vastgesteld dat aan de buitenkant van de muur torens hebben gestaan. Bij Arkelstein is dit niet zeker, maar worden ook hoektorens vermoed.
158 Besteman 1981: 41.
159 Verlinde 1983: Van Doesburg & De Boer 2001.
Het fysieke territoriale landschap
101