Page 179 - Migraine, the heart and the brain
P. 179

                                In dit proefschrift worden de resultaten besproken van de “Cerebral abnormalities in migraine, an epidemiological risk analysis II (CAMERA II) studie”. In dit onderzoek werden deelnemers met migraine uit de algemene populatie (migraineurs) vergeleken met personen zonder migraine (controles). Er werd hiervoor, 9 jaar na de CAMERA-I studie, opnieuw beeldvormend onderzoek van de hersenen verricht (deel I), diagnostiek verricht naar de aanwezigheid van rechts-links shunts (RLS), (deel II) en onderzoeken naar cerebellaire functie als ook longitudinaal onderzoek naar cognitieve functies gedaan (deel III). Tevens worden de resultaten besproken van twee studies die geen deel uitmaakten van de CAMERA-II studie; 1) om de tijdelijke effecten van een acute migraine aanval op de cognitieve functies te onderzoeken en 2) om de relatie tussen migraine met aura en cardiale aandoeningen waarbij er geen RLS aanwezig is te bestuderen.
i migraine en beeldvormend onderzoek van de hersenen
In ons onderzoek werden deelnemers afkomstig uit de algemene populatie 9 jaar na het initiële CAMERA-I onderzoek vervolgd. Vrouwen met migraine hadden een groter volume diepe witte stof hyperintensiteiten en ook meer nieuwe witte stof lesies. Deze bevindingen werden niet speci ek vaker bij migraine met aura gezien. De ernst van migraine ( bv aanvalsfrequentie of het totale aantal aanvallen gedurende het leven) waren niet geassocieerd met de gevonden progressie van witte stof hyperintensiteiten. Bij mannen werd er geen verschil in witte stof hyperintensiteiten gevonden tussen migraineurs en controles. (Hoofdstuk II)
De prevalentie van infratentoriële hyperintensiteiten was ook hoger bij vrouwen met migraine (zowel met als zonder aura) vergeleken met controles. Er waren aanwijzingen dat ook de progressie van deze hyperintensiteiten vaker voorkwam bij vrouwelijke migraineurs (trend). Bij mannen werd er geen verschil gevonden. (Hoofdstuk II) Negen jaar na het CAMERA-I onderzoek, werden nieuwe stille herseninfarcten in de achterste circulatie bij 5% van de migraineurs en 0% van de controles gevonden (trend). Migraine variabelen zoals persisterende activiteit van migraine, aanvalsfrequentie of totale aantal aanvallen gedurende het leven hadden, in tegenstelling tot de bevindingen van CAMERA-I, geen invloed op deze uitkomst. (Hoofdstuk II)
10
Summary in Dutch
177
 



























































































   177   178   179   180   181