Page 179 - Getting the Picture Modeling and Simulation in Secondary Computer Science Education
P. 179
de zaken die leerlingen als moeilijk ervaren of voor problemen zorgen, zoals de variatie tussen de leerlingen in een klas of de moeite die leerlingen hebben met abstractie. Opvallend is dat sommige leraren niets wisten te vertellen over het begrip bij leerlingen. Wat betreft de instructiestrategieën zijn er vijf thema's: hoe leraren hun rol ervaren, opdrachten voor leerlingen, kenmerken van leerlingen om rekening mee te houden, organisatorische aspecten, en ten slotte, problemen en moeilijkheden. Er was een grote mate van overeenstemming rondom de gewenste instructiestrategieën: van docentgestuurd naar leerlinggestuurd, met als afsluiting een grote praktische opdracht die ook voor toetsing wordt gebruikt. Ten slotte, voor toetsing zijn er vier thema’s: de toetsingsvorm, opdrachten die aan leerlingen worden gegeven, organisatorische aspecten en beoordelingscriteria. Er is overeenstemming over de gewenste vorm: een grote praktische opdracht. Echter, de beoordelingscriteria waren divers (zowel product als proces) en niet gespecificeerd in detail. Er is ook gekeken of er onderscheidende kenmerken van PCK van docenten kon identificeren met behulp van de vier componenten van PCK beschreven door Magnusson et al. (1999), maar dat bleek niet het geval.
8.2.4 Toetsinstrument voor Computational Science (vraag 3)
De bevindingen van de voorgaande studies hebben bijgedragen aan het beantwoorden van de derde onderzoeksvraag: Wat zijn de kenmerken van een
valide en betrouwbaar toetsinstrument om Computational Science te toetsen?
(M4). Met de inzichten die over de leerdoelen en geschikte onderwijsstrategieën
uit voorgaande studies waren verkregen, is de eerste versie van lesmateriaal voor Computational Science ontwikkeld samen met een toetsinstrument in de vorm
van een praktische opdracht met bijbehorende beoordelingsrubrics gebaseerd op
SOLO36 taxonomie. Deze taxonomie beschrijft de leeruitkomsten op vijf niveaus: prestructural37, unistructural en multistructural — die als kwantitatief worden
beschouwd — en relationeel en extended abstract — die duiden op een kwalitatieve
verandering (Biggs & Tang, 2011). De praktische opdracht sluit nauw aan bij het 8 raamwerk voor de ontwikkeling en het gebruik van computationele modellen dat
ontwikkeld is als operationele definitie van Computational Science. Het bevat een reeks vragen en opdrachten die de leerlingen door het hele proces begeleiden. De leerlingen worden eerst gevraagd om het doel van het model te beschrijven (d.w.z. de onderzoeksvraag stellen) en eventueel onderzoek uit te voeren. Vervolgens
36 SOLO: Structure of the Observed Learning Outcome
37 Voor duidelijkheid werden hier de originele engelse termen gebruikt.
Nederlandse samenvatting
177