Page 173 - ON THE WAY TO HEALTHIER SCHOOL CANTEENS - Irma Evenhuis

er weinig tijd zat tussen de gemaakte veranderingen in de kantine en het meten van het aankoopgedrag. Hierdoor zijn leerlingen mogelijk nog niet in staat geweest om hun gedrag aan te passen. Het feit dat niet alle leerlingen eten en drinken op school kopen, en dat degenen die iets kopen aangeven dat ze weinig kopen kan er ook voor gezorgd hebben dat er geen verschillen aangetoond zijn.
De gecombineerde theoretische en praktische aanpak, uitgevoerd in samenwerking met betrokkenen vanuit onderzoek, praktijk en beleid gedurende de hele studie, heeft geleid tot nuttige resultaten voor al deze werkvelden. De inzichten hoe de middelen verbeterd konden worden, zijn ondertussen verwerkt in het programma De Gezonde Schoolkantine van het Voedingscentrum. Voor de toekomst is het belangrijk dat de middelen en de Richtlijnen Gezondere Kantines regelmatig worden geëvalueerd zodat ze blijven aansluiten bij de (veranderende) behoeftes en context van de praktijk en nieuwe wetenschappelijke inzichten. Zo blijft gewaarborgd dat de geleverde ondersteuning de praktijk daadwerkelijk faciliteert bij het gezonder maken van schoolkantines.
Een gezonde schoolkantine is een essentiële, maar zeker niet de enige setting die het eetgedrag van jongeren kan beïnvloeden. Het stimuleren van gezonde eetgewoontes bij jongeren vergt daarom een combinatie van acties op individueel, sociaal, fysiek en politiek- sociaal vlak. Structurele samenwerkingen tussen wetenschappers, professionals uit de praktijk en beleidsmakers kunnen een dergelijke systeem-aanpak versterken. Daarnaast is er meer inzicht nodig in de langetermijneffecten van een gezonde voedselomgeving op school, op de voedselkeuzes van leerlingen binnen en buiten de school, gedurende de hele dag.
Het is belangrijk dat door de verschillende betrokkenen gezamenlijk een omgeving gecreëerd wordt waarin jongeren worden gestimuleerd om gezond te eten. Hiervoor is het noodzakelijk dat scholen: 1) een consistent voedselbeleid ontwikkelen met een ambitie voor een gezondere schoolkantine, inclusief automaten, en voedselonderwijs; 2) investeren in samenwerkingen om eigenaarschap en steun te creëren van alle betrokkenen zoals leerlingen, ouders, docenten, ondersteunend personeel en externe partijen zoals de cateraar; 3) hun visie en activiteiten gerelateerd aan voedingsbeleid in de school en de schoolomgeving uitdragen bij alle activiteiten en lessen op de school. Tegelijkertijd moet de overheid waarborgen dat alle scholen de mogelijkheid hebben om een persoonlijk advies en praktische ondersteuning te ontvangen om de voedselomgeving op school gezonder te maken. Dit kan alleen als de overheid ondersteuning geeft aan non-profit organisaties, zoals het Voedingscentrum.
S
171