Page 77 - POLITIEK OF MANAGEMENT?
P. 77
VIER PERSPECTIEVEN OP OPENBAAR BESTUUR
Ook Derksen (1992) benadrukt het belang van de gemeente als gemeenschap.
Hij koppelt het begrip gemeenschap nauw aan de gemeente als onderdeel van
de democratische rechtsstaat, wat doet denken aan de koppeling van politiek
en maatschappelijk binnen één perspectief bij Van Gestel, Goverde en Nelissen
(2000). Maar in de uitwerking wordt duidelijk dat hij gemeenschap weliswaar
als voorwaarde ziet voor lokale democratie, maar gemeenschap breder invult 2 als het sociale samenleven in een verband met elkaar en met de leefomgeving.
De gemeenschapseis is in het huidige tijdsgewricht problematisch. “Een keuze voor de gemeente als gemeenschap impliceert dat het begrip gemeenschap betekenis heeft. Is dat wel het geval?” (Derksen, 1992, p. 1). De gemeente als territoir en bestuurlijke eenheid viel oorspronkelijk meestal samen met een sociale gemeenschap, het dorp of de stad. Er was een min of meer vanzelfsprekende, historisch ingebedde, verbinding tussen de burgers van de gemeente, hun gemeente en hun dorps- of stadsgenoten. De burgers kenden hun volksvertegenwoordigers en bestuurders. De gemeente regelde de collectieve voorzieningen dicht bij huis en vormde een regulerende en bindende factor in de samenleving.
De hedendaagse sociale activiteit van burgers vindt echter in toenemende mate op uiteenlopende locaties plaats, waardoor de sociaalgeografische coherentie onder druk komt te staan. De betekenis van de territoriale gemeenschap neemt af (Derksen & Schaap, 2010). Tegelijkertijd zien wij een trend naar lokale partijen in de gemeentepolitiek. Derksen en Schaap (2010) noemen hiervoor diverse factoren die los staan van de betekenis van de lokale gemeenschap. Maar als mogelijke factor noemen zij ook de gedachte dat ondanks de ‘global village’ het eigene en lokale steeds meer gekoesterd wordt. Ook Derksen (1992) stelt dat burgers zich nog altijd oriënteren op ‘hun’ stad, dorp of wijk. Een lokale democratie zonder een gemeenschap van burgers kan hij zich niet voorstellen. Ook anderen wijzen op het onverminderde belang van identiteit en gemeenschap. Van der Steen en Van Twist (2012) merken bij het eeuwfeest van de VNG op dat ondanks de voortzettende opschaling van gemeenten er behoefte blijft aan kleinschaligheid, nabijheid en lokale eigenheid: “De gemeente wil een afspiegeling zijn van de gemeenschap, maar dat streven blijft immer onvoltooid – en zal dat ook altijd zijn” (p. 204). Pleij (2014) geeft een aardig doorkijkje in de aard van de Nederlandse samenleving en de wortels daarvan. Van oudsher kent ons gebied een relatief zwak centraal gezag terwijl op lokaal niveau een sterke saamhorigheid in uiteenlopende verbanden kenbaar is. Er
75