Page 242 - POLITIEK OF MANAGEMENT?
P. 242

Hoofdstuk 6
Ook bij de andere samenwerkingsverbanden zien wij overwegingen met betrekking tot het behoud van gemeentelijke beleidsvrijheid en zeggenschap, maar dan meer als randvoorwaarde dan als doel. Ongeacht de vraag of en in welke mate de beleidsvrijheid wordt versterkt dan wel ingeperkt kunnen wij deze overwegingen vanuit het politieke perspectief interpreteren. Het gaat hier immers over het politieke proces van beleidsvorming en welke vrijheid de gemeenteraden als hoogste politieke orgaan daarin behouden. De gemeentelijke beleidsvrijheid heeft een directe relatie met enerzijds de mate van gemeente-overstijgende beleidsharmonisatie en anderzijds de mate van kaderstelling en controle door de raad. Beide zijn opgenomen als indicatoren in dit perspectief (§ 2.3 en § 3.2).
Opvallend in de casus Intergemeentelijke sociale dienst Voorne-Putten- Rozenburg (§ 4.3) is dat, waar ‘de drie k’s’ centraal staan binnen overwegingen om tot samenwerking te komen, overwegingen ten aanzien van zeggenschap de realisatie van de samenwerking lijken te blokkeren. Aanvankelijk werd een groter samenwerkingsverband nagestreefd, waaraan ook Spijkenisse en Westvoorne deel van uit zouden maken. Vooral het schaalverschil tussen deze gemeenten werd als problematisch gezien. De gemeente Spijkenisse had ongeveer drie maal de omvang van de overige samenwerkingsgemeenten bij elkaar opgeteld. Dit riep discussie op ten aanzien van de verdeling van zeggenschap en de invloed van de afzonderlijke deelnemers op het samenwerkingsverband en beleidsterrein. Voor Westvoorne was dit in 2001 al reden om af te haken. In 2002 besloot Spijkenisse zelf zich terug te trekken met het aanbod om als centrumgemeente op basis van dienstverleningsovereenkomsten de uitvoering van de sociale dienst taken voor de omliggende gemeenten uit te voeren. Het afhaken van Spijkenisse kon overigens Westvoorne niet bewegen om zich alsnog aan te sluiten, wat doet vermoeden dat ook andere weerstanden aanwezig waren. Wij zien dat politieke overwegingen wel onderdeel uitmaken van het debat, maar in de marge en vooral in negatieve zin, namelijk de angst om zeggenschap te verliezen. In geen van de casussen is behoud van gemeentelijke beleidsvrijheid een doel, maar een randvoorwaarde.
Tot hier richtten wij ons op de identificatie en duiding van overwegingen, in het bijzonder doelen, bij het vormen van een intergemeentelijke sociale dienst. Hoe reflecteren gemeenten op deze zelfde dienst als zij deze evalueren? Spelen dan
240


































































































   240   241   242   243   244