Page 239 - POLITIEK OF MANAGEMENT?
P. 239

Bestudering van de totstandkoming van de drie samenwerkingsverbanden en de daarbij geformuleerde doelen en randvoorwaarden (§ 4.1) liet zien dat in de aanloop naar de gemeenschappelijke regeling de nadruk ligt op kosten, kwaliteit en kwetsbaarheid. De gemeenten constateren een toename in complexiteit, risico’s en dynamiek in het sociale domein. Door krachtenbundeling menen zij beter op de ontwikkelingen in het sociale domein in te kunnen spelen en zo de continuïteit en kwaliteit van dienstverlening op langere termijn te kunnen borgen zo niet te verbeteren. Zowel in tijd als tussen de betrokken actoren wisselt het accent, maar ‘de drie k’s’ zijn constant aanwezig.
Wij zien incidenteel in het debat voorafgaand aan de vorming van de intergemeentelijke sociale diensten ook andersoortige overwegingen. Maar die zijn veel minder prominent, soms welhaast in de marge. In raadsvergaderingen wordt, zij het beperkt, gesproken over de gevolgen voor de gemeentelijke beleidsvrijheid.
Bij het aangaan van de gemeenschappelijke regeling van de Intergemeentelijke
sociale dienst Voorne-Putten-Rozenburg wordt bovendien versterking van de
regionale beleidsafstemming als doel genoemd.
Een aanvullend doel dat bij Optimisd wordt geïntroduceerd is het bieden van
meer carrièreperspectief en mogelijkheden voor de medewerkers. In de aanloop
naar de Intergemeentelijke sociale dienst Voorne-Putten-Rozenburg wordt een
vergelijkbaar argument aangevoerd, namelijk de mogelijkheid tot uitwisseling
van kennis, kunde en ervaring tussen medewerkers en de verbreding van hun inzetbaarheid.219 Bij geen van beide samenwerkingsverbanden komt dit doel
bij de uiteindelijke besluitvorming terug. 6
Samenvattend zijn de belangrijkste argumenten en tevens beoogde effecten verhoging van de kwaliteit, verlaging van de kosten en vermindering van de kwetsbaarheid. Randvoorwaardelijk wordt behoud van gemeentelijke beleidsvrijheid en zeggenschap genoemd. Een incidenteel genoemd beoogd effect is betere inzetbaarheid en een beter carrièreperspectief voor de medewerkers van de dienst.
219 Dorscheidt, E. (14 juli 2000). Resultaten 1e inventarisatie, memo aan projectgroep PONS. Hellevoetsluis; Dorscheidt, E. (1 september 2000). Eindrapportage, memo aan projectgroep PONS. Hellevoetsluis
CONCLUSIES
237


































































































   237   238   239   240   241