Page 179 - POLITIEK OF MANAGEMENT?
P. 179
DRIE INTERGEMEENTELIJKE DIENSTEN VANUIT VIER PERSPECTIEVEN
Om adequate functiescheiding te kunnen realiseren moet aan twee minimum normen worden voldaan:
1) Minimaal twee formatieplaatsen.
2) En mimimaal drie medewerkers.
Als wij ook kwetsbaarheid willen voorkomen, bijvoorbeeld ten gevolge van tijdelijke uitval van een medewerker, worden de twee minimum normen hoger:
1) Minimaal vier formatieplaatsen.
2) En minimaal zes medewerkers.
De drie intergemeentelijke diensten zitten vanaf hun oprichting ruim boven deze normen met 20,8 formatieplaatsen / 19 medewerkers (Intergemeentelijke sociale dienst Bollenstreek), 22,7 formatieplaatsen / 23 medewerkers (Intergemeentelijke sociale dienst Voorne-Putten-Rozenburg) respectievelijk 31,2 formatieplaatsen / 32 medewerkers (Optimisd).
In de volgende vier tabellen (tabel 13, 14 en 15) hebben wij de startformatie en
het bijpassend minimaal aantal medewerkers van het samenwerkingsverband
uitgesplitst naar de deelnemende gemeenten. Onbekend is, wat de formatie
en bezetting was bij de afzonderlijke gemeenten voor de samenwerking. Wij
hebben de startformatie per casus fictief toebedeeld aan de deelnemende
gemeenten naar rato van het inwoneraantal en wij hebben voor aantal 5 medewerkers het formatiegetal naar boven afgerond op een heel getal.
Vermoedelijk lag de werkelijke formatie en bezetting bij de afzonderlijke gemeenten wat hoger dan dit getal.
Vervolgens laten de tabellen per samenwerkingsverband en per afzonderlijke gemeente zien in welke mate de formatie en het bijpassend minimum aantal medewerkers afwijkt van de norm voor functiescheiding respectievelijk de norm voor kwetsbaarheid. Bij negatieve afwijkingen wordt niet aan de norm voldaan. In alle andere gevallen zou de gemeente ook zonder deelname aan het samenwerkingsverband aan de normen voor robuustheid voldoen.
177