Page 233 - Timeliness of Infectious Disease Notification & Response Systems - Corien Swaan
P. 233

kortere meldingstijden leiden. De incubatietijd van bacteriële gastro-enterale pathogenen als STEC, shigellose en buiktyfus is dermate kort dat de termijnen voor uitbraakbestrijding of incubatietijden niet haalbaar zijn. Daarom zijn pri- maire preventiemaatregelen voor deze groep ziekten extra belangrijk. Dit geldt ook voor pertussis.
Met de huidige geoptimaliseerde meldings- en rapportagesnelheden wordt de meldingsketen gedomineerd door de ziekte-identificatie snelheid (D1X), die wordt veroorzaakt door patiënt, arts en laboratorium ‘confirmation delay’. In- zicht in de onderverdeling is van belang om te bepalen hoe deze kan worden gereduceerd ten tijde van uitbraken, en om over een optimaal, ‘real time’ in- zicht in het effect van bestrijdingsmaatregelen te beschikken. Om deze ‘delays’ te kunnen bepalen, is het nodig om de data van artsenbezoek en aanvraag van laboratoriumdiagnostiek op te nemen in een melding.
Sectie 2 gaat in op aspecten die van invloed waren op tijdige response in Nederland tijdens de pandemische influenza in 2009 en de ebola-uitbraak in West-Afrika in 2014-2015.
Hoofdstuk 6 beschrijft de tijdigheid van het traceren van vliegtuigcontacten van patiënten met pandemische influenza, om hen postexpositieprofylaxe te verschaffen. Bij 17 contactonderzoeken was de mediane vertraging tussen de aankomst van de vlucht en het identificeren van contacten vier dagen, hoofd- zakelijk veroorzaakt door het identificeren van de index patiënt. Bij slechts drie vluchten was de vertraging minder dan 48 uur, de tijd waarbinnen profylaxe als effectief beschouwd wordt. We concludeerden dat contactopsporing niet effec- tief was en adviseerden gezondheidsautoriteiten om bij de besluitvorming over contactopsporingen rekening te houden met deze vertragingsfactoren.
Hoofdstuk 7 beschrijft de evaluatie van voorbereidingen op een mogelijke Ebola importcasus in Nederland in 2014-2015 door een gecombineerd kwanti- tatief en kwalitatief onderzoek door middel van semigestructureerd interviews en focusgroep-discussies met vertegenwoordigers van de curatieve en publieke gezondheidssector. De doorlooptijd van het insturen van 13 mogelijke Ebola-pa- tiënten naar een universitair medisch centrum bleek met gemiddeld 5 uur aan- zienlijk (range 2,0 – 7,5 uur), vanwege de nodigde voorbereidingen in het zie- kenhuis en van de ambulance. Deze vertraging is te lang, omdat de helft van de patiënten aan malaria leed dat een snelle behandeling vereist. Ook leidt een Ebola-verdenking veelal tot hectische situaties in de openbare ruimte, die zo snel mogelijk dienen te worden verholpen. In het kwalitatief onderzoek kwam de behoefte aan landelijke richtlijnen voor infectiepreventie naar voren (zoals per-
Samenvatting 231
 




























































































   231   232   233   234   235