Page 47 - Empowering pre-service teachers through inquiry - Lidewij van Katwijk
P. 47

                                Inquiry as stance in the intended curriculum
 van het onderzoekend vermogen, in de beschrijvingen van onderwijsactiviteiten
en toetsing, veel meer overeenkomsten dan verschillen tussen de opleidingen
vertoont; alle opleidingen werken met een meer of minder geïntegreerde 2 onderzoeksleerlijn, waarin veel aandacht is voor kennis over het fenomeen onderzoek
en onderzoeksvaardigheden, en die verbonden is met opdrachten voor de opleiding
alsook met de praktijk. Opleidingen sluiten hierbij aan op de twee ontwerpprincipes
voor het slagen van onderzoekscolleges op de lerarenopleiding basisonderwijs
(Van der Linden et al., 2012, 2015), namelijk gebruik maken van voorbeelden over
onderzoek uit de dagelijkse onderwijspraktijk en een ‘onderzoeksmatige‘ opzet van de onderwijsactiviteiten. Bij alle opleidingen wordt deze onderzoeksleerlijn afgesloten
met een zelfstandig praktijkonderzoek en getoetst met een onderzoeksverslag. Dit
komt ook overeen met de toetsing van studentonderzoek in lerarenopleidingen
in onder andere Finland (e.g., Aspfors & Eklund, 2017; Puustinen, Säntti, Koski, &
Tammi., 2018; Toom et al., 2010;), Noorwegen (e.g., Munthe & Rogne, 2015), Rusland
(Valeeva & Garufov, 2017) en Portugal (Flores, 2018).
Bij de derde onderzoeksvraag hebben we geanalyseerd of de opleidingen in hun beschrijvingen van beoogde leeruitkomsten, onderwijsactiviteiten en toetsing met betrekking tot de aspecten van onderzoekend vermogen, voldeden aan het principe van constructive alignment van Biggs en Tang (2011). Voor de aspecten kennis over het fenomeen onderzoek, kennis over onderzoek in het vakgebied en onderzoeksvaardigheden bleek dit het geval. Het is duidelijk dat alle opleidingen, analoog aan onderzoek in het wetenschappelijk onderwijs, in dit eerste decennium van studentonderzoek in het hbo ingezet hebben op onderwijs gericht op onderzoekskennis en vaardigheden en gekozen hebben voor toetsing in de vorm van een onderzoeksverslag. Deze focus is ook zo gekozen omdat de visitatie van de NVAO in 2014 zich met name richtte op de toetsing en het gerealiseerd eindniveau, waarmee de aandacht op de kwaliteit van de eindwerkstukken kwam te liggen. Dit betekende voor de opleidingen ook een focus op de begeleiding van afstudeeronderzoeken en daarmee op de professionalisering van de lerarenopleiders op het terrein van onderzoekskennis en vaardigheden (Geerdink et al., 2016).
Opvallend is dat onderzoekend handelen en toepassing van onderzoeksresultaten bij respectievelijk 13 en 18 van de opleidingen expliciet in de doelstellingen vermeld stonden, maar zowel in de onderwijsactiviteiten als in de toetsing nauwelijks of marginaal terug kwamen. Mogelijk zijn deze aspecten op andere plaatsen dan in de onderzoeksleerlijn in het curriculum beschreven en getoetst; bijvoorbeeld bij de stage. Opvallend is ook dat kenmerken van een onderzoekende houding slechts in de
 45


















































































   45   46   47   48   49