Page 49 - kennis en praktijk in de gehandicaptenzorg
P. 49

Eens in de twee weken gaat Christiaan in het weekeinde naar zijn moeder, waar hij wel alleen naar buiten mag. Christiaan zelf geeft aan dat hij dat verschil wel raar vindt. Het team vindt echter dat de vrijheidsbeperkende maatregelen noodzakelijk zijn.
“Hij kan heel goed praten, maar inhoudelijk weet hij niet wat hij zegt. Voor hem kan manipu- leren heel vermoeiend zijn. Hij kan zichzelf dood eten omdat hij suikerziekte heeft. Obsessies heeft hij altijd zo gehad. Constant psychiatrische begeleiding is noodzakelijk.”
Het team maakt zich zorgen om Christiaan, omdat het zich afvraagt hoe de vrijheids- beperkende maatregelen die op hem worden toegepast, zich verhouden tot de kwali- teit van zijn bestaan. Bovendien vindt het team dat de mogelijkheden van Christiaan worden overschat.
“Hij lijkt heel hoog, maar functioneert heel laag.”
Eduard
Het team kenmerkt Eduard als iemand die moeite heeft om voor zichzelf op te komen.
Nadine vraagt aan Eduard om de koekjes uit te delen bij de koffie in de huiskamer. Eduard haalt de koektrommel aan de overkant van de gang uit het kantoor. Zet hem in de huiskamer op tafel. Cliënt Moniek neemt de koektrommel en begint uit te delen. Nadine: “Eduard, jij zou toch delen? Geef de trommel terug, Moniek.” Ze doet het. Nadine tegen Eduard: “Je moet voor jezelf opkomen hoor.”
De observator constateert dat Eduard soms wordt gepest door andere cliënten. Vaak gebeurt dat als er geen medewerkers in de buurt zijn.
Tijdens de koffie in de huiskamer zit begeleidster Mirjam in het kantoor. Cliënten Moniek, Koos, Ernst en Sari zitten cliënt Eduard te pesten. Ze zeggen: “Hey klootzak.” Wanneer Eduard opstaat om suiker te pakken, zegt Moniek luid: “Je staat voor het beeeeld.” Dat gaat zo een hele tijd door. Wanneer Mirjam even later in de huiskamer is, doen ze het niet.
In het gesprek met het kwaliteitspanel herkent het team het pesten wel, maar schrikt het ervan dat dit gebeurt als zij uit de buurt zijn. Het team geeft aan het moeilijk te vinden hiermee om te gaan.
“Eduard wordt gepest. Hoe helpen jullie Eduard meer voor zichzelf op te komen?” Antwoord: ”Dat weten we nog niet.. We vragen de gedragskundige om advies hierover....Het is wel on- derdeel van gesprek... Hij is de aanleiding geweest om het onderwerp pesten op de agenda te zetten. Vanavond hebben we daarover een gesprek met de gedragskundige.” Aanvulling: ”Het grootste deel herken ik wel. Ik schrik dan dat hij zo gepest wordt en dat het over is als de begeleider binnenkomt.”
Lisette
Lisette is een jonge vrouw van tweeëntwintig jaar. Het team maakt zich zorgen over haar, omdat ze niet goed weten hoe ze haar moeten ondersteunen. Ze spreken van een continue worsteling tussen hen en Lisette.
"Lisette wil graag autonoom zijn. Wij zien dat dit soms tegenstrijdig is met de beheersing van haar vaardigheden. Lisette wil zelf beslissingen maken. Ze staat daarbij niet altijd open voor ons advies en laat zich lastig corrigeren. Wij zien weinig ontwikkeling in de afgelopen twee jaar.”
50




















































































   47   48   49   50   51