Page 12 - kennis en praktijk in de gehandicaptenzorg
P. 12

naadloos op de praktijk aansluit. Dat er vergelijkbaar met de oplettendheid van reizi- gers bij het in- en uitstappen, een persoonlijke inzet van mensen nodig is om die ruimte te overbruggen.
1.1 Kernbegrippen
Door middel van dit onderzoek wil ik laten zien hoe een andere manier van kijken naar de kloof tussen kennis en praktijk medewerkers kan helpen om om te gaan met han- delingsverlegenheid in hun werk. Alvorens daar verder op in te gaan, ga ik hierna eerst in op een aantal begrippen die in dit onderzoek een centrale plaats innemen, namelijk kennis, handelingsverlegenheid en onzekerheid. Bovendien ga ik in op de vraag wat de gehandicaptenzorg een relevant domein maakt voor onderzoek naar het omgaan met handelingsverlegenheid en de betekenis van kennis daarbij.
Kennis
In dit onderzoek onderscheid ik twee vormen van kennis: kennis met een grote en een kleine k. Dit onderscheid ontleen ik aan Garvey en Williamson (2002). Onder Kennis met een grote K verstaan zij kennis die gebaseerd is op onderzoek, die vastgelegd is in publicaties en die overgedragen wordt door opleidingen en in het onderwijs. Kennis die mensen van zichzelf hebben door hun persoonlijke ontwikkeling en hun eigen den- ken, noemen Garvey en Williamson kennis met een kleine k. Deze kennis is voortdu- rend in ontwikkeling door ervaring die mensen opdoen en hun gedachten.
This is the knowledge that individuals possess for themselves. It is the knowledge that re- flects their experience of work and understanding and of their lifelong attempts to consoli- date what they know. (Garvey & Williamson, 2002 p. 56)
Dit onderzoek richt zich op de vraag hoe deze twee vormen van kennis zich tot elkaar verhouden en hoe het samenspel daartussen medewerkers kan helpen om om te gaan met handelingsverlegenheid in hun werk. Ik kijk daarbij niet alleen naar hoe mensen dat afzonderlijk van elkaar doen, maar ook naar de betekenis van de interactie tussen mensen en de rol die gevoelens als angst, schaamte, onzekerheid en kwetsbaarheid daarbij kunnen spelen.
Handelingsverlegenheid
Het begrip handelingsverlegenheid komt oorspronkelijk uit de jeugdsector, maar wordt in toenemende mate ook op andere terreinen gebruikt. Goei en Kleijnen (2009) geven aan dat daarbij vaak niet duidelijk is wat er onder handelingsverlegenheid wordt verstaan. Het kan verwijzen naar iemands eigen perceptie of emoties, maar ook de vaststelling dat iemand niet in staat is om naar behoren met een bepaalde situatie om te gaan.
Wanneer spreken we van handelingsverlegenheid bij een leraar? Wanneer de leraar denkt geen oplossing meer te weten (perceptie), wanneer de leraar stress ervaart bij zijn of haar dagelijkse werkzaamheden en met de omgang met een bepaalde leerling (emoties)? Of als de aanpak in de omgang met leerlingen onvoldoende resultaat oplevert (ineffectieve aanpak)? (Goei & Kleijnen, 2009 p. 16)
12
























































































   10   11   12   13   14