Page 16 - Demo
P. 16


                                    voorwoord14nog werkte. Het antwoord vond ik onthutsend: “ik kan niks anders.” Ik zag Willy als een collega met veel talenten, die het leuk vond om op deze school les te geven. Een docent met veel humor, iemand die bovendien breed inzetbaar was en over wie leerlingen heel enthousiast waren. Ik zag Willy niet als iemand die zichzelf iedere ochtend in de spiegel aankijkt en tegen zichzelf zegt: “ik doe dit, omdat ik niks anders kan.” Tot op het moment van ons gesprekje.  Ik wilde weten of het écht zo was, dat er docenten zijn die voor de klas blijven staan omdat ze denken dat ze niks anders kunnen. Ik wilde weten of er ook andere, positieve, verbindingen zijn met het werk, en zo ja: welke? Ik wilde weten of het uitmaakt in welke fase van de loopbaan een docent zit. En of het ertoe doet op welke school een docent werkt. En wie zijn of haar collega’s zijn. En als de schoolleiding al niet meer kan lesgeven, wat ze dan wél kan doen om een positieve beleving van het werk van docenten te versterken?Mijn nieuwsgierigheid resulteerde in een promotieonderzoek en in dit proefschrift. Ester Moraal.indd 14 22-09-2023 16:12
                                
   10   11   12   13   14   15   16   17   18   19   20