Page 78 - POLITIEK OF MANAGEMENT?
P. 78
Hoofdstuk 2
leeft een diep gewortelde behoefte binnen de Nederlandse samenleving om zaken zelf in de eigen directe omgeving te regelen, dus decentraal. Volgens Pleij is het relatieve succes van Nederland binnen de wereld in belangrijke mate te danken aan de ideeënrijkdom van een horizontale samenleving waarbinnen iedereen iets kan inbrengen.
Het begrip gemeenschap is nauw verbonden aan het begrip burgerschap. Burgerschap geeft rechten, maar ook verantwoordelijkheden. “Being a citizen is more than a status; it is a quality. ... it is an innate orientation on the well-being of the state and society” (Snellen, 1999, p. v). Het betrekken van de burgers bij de inrichting van hun eigen omgeving, zowel ruimtelijk als sociaal, wordt op uiteenlopende manieren vormgegeven. Het veel gebruikte verzamelbegrip is ‘interactieve beleidsvorming’. Hoewel hier nog veel verschillende benaderingswijzen onder kunnen liggen, is een rode draad dat burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en dergelijke vroeg bij de agendering en ontwikkeling van beleid worden betrokken. Ook kan sprake zijn van een interactieve vorm van ontwikkeling, waarbij de overheid niet voor maar met de omgeving ontwikkelt (Pröpper & Steenbeek, 2009).
Interactieve beleidsvorming of burgerparticipatie wordt door uiteenlopende drijfveren ingegeven, waarbij de gemeenschapsgedachte niet altijd voorop staat. Al in de jaren negentig van de vorige eeuw ontstond in de Nederlandse situatie aandacht voor vormen van participatieve beleidsontwikkeling. Dit was vooral een reactie op de dramatisch lage opkomst bij de gemeenteraadsverkiezingen van 1990 (Hendriks & Tops, 1999). Denters, Heffen en De Jong (1999) zien burgerparticipatie als zakelijk antwoord op de groeiende complexiteit en diversiteit van de samenleving, waarin een centrale overheidssturing niet meer past.
Een andere ontwikkeling is de vermaatschappelijking van de democratie (Derksen & Schaap, 2010). De overheid laat meer over aan de gemeenschap zelf. De eigen verantwoording van de burger komt meer centraal te staan. Maar ook ontstaat meer ruimte om aan te sluiten bij de juiste maatschappelijke kring in een maatschappij waarin niet meer sprake is van één eenduidige gemeenschap, maar een palet aan elkaar overlappende netwerken. Van Mourik (2005) ziet de regisserende gemeente als uitweg om te voorkomen dat de gemeente geïsoleerd in de maatschappij komt te staan: “In de huidige
76