Page 175 - POLITIEK OF MANAGEMENT?
P. 175

Figuur 12 Fte per 100 WWB cliënten voor de drie casussen
DRIE INTERGEMEENTELIJKE DIENSTEN VANUIT VIER PERSPECTIEVEN
12,0 10,0 8,0 6,0 4,0 2,0 0,0
2002 2003
2004 2005
ISDB
2006 2007
ISD VPR
2008 2009 Optimisd
2010 2011
Gemiddeld over de hele onderzoeksperiode heeft Optimisd gemiddeld de
gunstigste verhouding (gemiddeld 3,8 formatieplaatsen per 100 cliënten), zit de Intergemeentelijke sociale dienst Bollenstreek in de middenmoot (gemiddeld
5,9 formatieplaatsen per 100 cliënten) en komt ook hier de Intergemeentelijke 5 sociale dienst Voorne-Putten-Rozenburg het minst gunstig uit (gemiddeld 6,2 formatieplaatsen per 100 cliënten).
Naast een analyse van de ontwikkeling van de formatie kunnen wij deze vergelijken met de formatie bij sociale diensten die, althans tijdens de onderzoeksperiode, nog gemeentelijk waren georganiseerd. Hiertoe is een kleine benchmark opgesteld voor twee peiljaren, 2005 (tabel 11) en 2011 (tabel 12).
De formatie is afgezet tegen het inwoneraantal en het aantal WWB cliënten uit het peiljaar. Omdat de Intergemeentelijke sociale dienst Bollenstreek ook zorgtaken uitvoert (in 2005 nog de Wvg, in 2011 de Wmo) zijn ook deze taken in de benchmark opgenomen. De opbouw van de benchmark is in § 3.1.2 verantwoord. De cijfers zijn rood waar het samenwerkingsverband meer formatieplaatsen in relatie tot inwoners of cliënten heeft dan de benchmark en groen waar dit er minder zijn.
173


































































































   173   174   175   176   177