Page 120 - POLITIEK OF MANAGEMENT?
P. 120

Hoofdstuk 3
In de verkennende fase zijn interviews gehouden om een eerste beeld te vormen van de casussen. De interviews gaven de mogelijkheid om in het bijzonder de beleving en waardering van betrokkenen ten opzichte van de casusorganisatie uit te vragen. Bijlage B omvat een overzicht opgenomen met de namen en functies van de diverse geinterviewden.
Omdat de interviews in deze fase een verkennend karakter hadden, waren de meeste vragen nog relatief breed en bestond de behoefte om ruimte te houden om mogelijke interessante zijwegen te bewandelen. Daarom is gekozen voor semi-gestructureerde interviews (Van Thiel, 2007) op basis van een globale checklist (zie bijlage E). Door deze werkwijze werd enerzijds geborgd dat een aantal aspecten in elk interview aan de orde kwam, terwijl er tegelijkertijd ruimte was om door te gaan op zaken die de geïnterviewde uit zijn of haar invalshoek zelf aandroeg.
Er is gezien het verkennende karakter in deze fase voor gekozen om personen te interviewen die zicht hadden op zowel de situatie voor de vorming van de intergemeentelijke sociale dienst, als op de voorbereidingsfase en op de eerste jaren van het bestaan van de dienst. Doordat de eerste interviewronde vroeg in het onderzoek is georganiseerd waren nog voldoende informanten beschikbaar die hieraan konden voldoen. Ook is gestreefd naar een zekere verdeling over verschillende rollen ten opzichte van de dienst: bestuursleden (vanuit hun rol als gemeentebestuurder en bestuurder van de gemeenschappelijke regeling), raadsleden (vanuit hun controlerende en kaderstellende rol, als raadslid) en managers van de intergemeentelijke sociale diensten (vanuit hun verantwoordelijkheid voor de bedrijfsvoering en uitvoering). Een overzicht van de geinterviewden is als bijlage B opgenomen.
Ter verdieping zijn gaande het onderzoek enkele aanvullende interviews gevoerd (zie bijlage B voor overzicht interviews). Bij de Intergemeentelijke sociale dienst Voorne-Putten-Rozenburg was het bovendien mogelijk om de externe projectleider van de voorbereidingsgroep te spreken over het ontstaansproces. Ook is met een ambtenaar sociale zaken bij een van de gemeenten uit dit samenwerkingsverband gesproken om het vermeende verlies aan kennis van het beleidsterrein binnen de gemeenten nader te verkennen. Bij de Intergemeentelijke sociale dienst Bollenstreek is meermalen met de Controller gesproken om meer inzicht te krijgen in de cijfermatige aspecten van een sociale dienst. Bij alle drie de casusorganisaties is opnieuw met de
118


































































































   118   119   120   121   122