Page 105 - POLITIEK OF MANAGEMENT?
P. 105

OPERATIONALISERING EN ONDERZOEKSAANPAK
Bestuurlijke inrichting in overeenstemming met de wet
Om zicht te krijgen op de wettelijke basis van de samenwerkingsverbanden zijn de gemeenschappelijke regelingen bestudeerd. Daarbij is gekeken of er aanwijzingen zijn dat het bestuur en de inrichting van de regeling al dan niet strijdig zouden zijn met de wet.
3.3.2 Overheidshandelen in overeenstemming met algemene rechtsbeginselen
In paragraaf 2.4.1 zagen wij hoe de overheid bron, uitvoerder en handhaver
van het recht is. De overheid borgt de (grond)rechten van de burger. De burger
als rechtssubject moet er van op aan kunnen dat de overheid zelf het recht 3 respecteert en zorgt dat recht wordt gedaan. Het respecteren van algemene rechtsbeginselen is een voorwaarde voor behoorlijk bestuur.
Hoewel er meer algemene rechtsbeginselen zijn richten wij ons op rechtszekerheid en rechtsongelijkheid.
Om iets te kunnen zeggen over een eventueel effect van de intergemeentelijke samenwerking op de rechtszekerheid hebben wij drie indicatoren gekozen:
het al dan niet veranderen van het formele juridische kader voor het overheidshandelen, het aantal bezwaar- en beroepsprocedures en het
percentage gegrondverklaringen in bezwaar- en beroepsprocedures.
Om iets te kunnen zeggen over een eventueel effect van de intergemeentelijke samenwerking op de rechts(on)gelijkheid hebben wij twee indicatoren gekozen.
De eerste indicator belicht het macroniveau van (on)gelijkheid, namelijk
de burgers per gemeente. De indicator betreft de mogelijke wijzigingen in
gelijkheid in het voorzieningenniveau op het werkterrein van de sociale dienst.
De tweede indicator belicht het microniveau van (on)gelijkheid, namelijk de
individuele cliënt van de sociale dienst. De indicator betreft de door de cliënten
ervaren (on)gelijkheid in de uitvoering door de sociale dienst bij de toekenning
van deze voorzieningen.
Hieronder wordt voor elk van deze indicatoren toegelicht waarom deze is
gekozen en hoe deze is toegepast.
Het al dan niet verzwakken van het formele juridische kader voor overheidshandelen (rechtszekerheid)
Eerder werd betoogd dat de rechtsstatelijkheid van het overheidshandelen een morele en een formele kant heeft. In de formele kant ligt echter het fundament.
103


































































































   103   104   105   106   107