Page 114 - Clinical variability in Noonan syndrome with emphasison ear and eye
P. 114

                CHAPTER 8
Het Noonan syndroom is een erfelijke aandoening die wordt gekenmerkt door een breed scala aan symptomen. Uiterlijke kenmerken komen vaak voor, zoals hypertelorisme (ogen die verder uit elkaar staan) en laagstaande oren die naar achter zijn gekanteld. Andere symptomen zijn onder andere hartafwijkingen, groeistoornissen, borstkasafwijkingen, verminderde intelligentie en achterblijvende motoriek. Studies naar slechthorendheid en oogafwijkingen met daarbij visusstoornissen bij patienten met het Noonan syndroom zijn minder vaak beschreven in de literatuur.
Het Noonan syndroom wordt veroorzaakt door een mutatie (een verandering in een gen). Het eerste gen dat verantwoordelijk is voor het Noonan syndroom werd in 2001 gevonden (1). Sindsdien zijn daar verschillende mutaties bijgekomen. Bij ongeveer 80% van patiënten waar klinisch het Noonan syndroom wordt gediagnosticeerd, wordt nu een mutatie gevonden in een van de bekende genen in het Noonan syndroom. Genotype-fenotype studies vertonen grote variabiliteit, ook binnen families. Dat wil zeggen dat patiënten met eenzelfde mutatie in het gen, hele verschillende symptomen kunnen hebben. Een belangrijk doel van dit proefschrift is om de klinische kennis en de herkenning van het Noonan syndroom te verbeteren.
In dit proefschrift wordt onderzoek gedaan naar gehoorverlies en oogkenmerken in het Noonan syndroom en tevens hebben we een grote Noonan syndroom familie met een nieuwe variant van een mutatie beschreven. Met beter inzicht in de gehoorproblemen en oogafwijkingen waaronder slechtziendheid, kan de gezondheidszorg voor de Noonan syndroom patiënten worden verbeterd. Verder zullen genotype-fenotype correlaties helpen bij het diagnosticeren van het Noonan syndroom en kan de zorg en follow-up voor patienten met het Noonan syndroom worden geoptimaliseerd.
Genotype, fenotype en correlaties
Tot 2001 werd het Noonan syndroom uitsluitend gediagnosticeerd door klinische kenmerken. In 2001 was het PTPN11 gen het eerste gen waarvan werd ontdekt dat een mutatie het Noonan syndroom kon veroorzaken (1). Op dit moment kan in ongeveer 80% de klinische diagnose worden ondersteund met het aantonen van één van de bekende mutaties. Derhalve is het Noonan syndroom nog steeds een klinische diagnose, maar weten we steeds meer over de genetica. Van der Burgt beschreef in 1994 een scoringsysteem voor de diagnose van het Noonan syndroom (2). De klinische diagnose wordt bij voorkeur bevestigd door het aantonen van een mutatie in de Ras- MAPK signaalroute.
112




























































































   112   113   114   115   116