Page 695 - Het middeleeuwse kastelenlandschap van het Oversticht - Diana Spiekhout
P. 695

                                Bijlagen
   Kasteel Vollenhove
Waardenborg
Coevorden
Coevorden
Inhoud
De schout, rentmeester en kastelein van Vollenhove, Ghert Borre, verklaart dat hij voor de drie Sallandse hoofdsteden het verpande kasteel Vollenhove bewaart.
Bisschop Frederik van Blankenheim verhuurt aan Gerrit Borre het huis te Holten (de Waardenborg) met toebehoren voor 32 jaar met een bedrag van 75 pond jaarlijks. Gerrit Borre is verplicht om het kasteel in staat van verdediging te houden.
Frederic van der Eze is door bisschop Frederik van Blankenheim met goedvinden van de drie Sallandse hoofdsteden aangesteld als ambtman van Coevorden. Hij belooft huis, kasteel en stad onder de genoemde voorwaarden te bewaren. Ook verklaart hij van de drie steden 1000 oude schilden te hebben ontvangen die hij aan de erfgenamen van de overleden Zweder van Rechteren heeft betaald.
Schepenen en raden van de drie Sallandse hoofdsteden verklaren, dat zij, hoewel bisschop Frederik van Blankenheim, heeft verklaard, dat hij over het huis, de burcht en de stad Coevorden, die met grote moeite en onkosten weer aan het Sticht zijn gekomen, slechts met toestemming van de drie steden een ambtman uit Salland of Drenthe zal aanstellen, nadat deze bij ede verklaard zal hebben het huis, de burcht en de stad Coevorden trouw ten behoeve van het Sticht te zullen bewaren zonder geld te lenen met Coevorden als onderpand, aan Johan van Buchorst, die met hun toestemming tot ambtman van Coevorden is benoemd, toestaan 1000 oude Franse schilden te verhalen op de inkomsten van zijn ambt, aangezien Frederik van der Eze, die vóór hem ambtman van Coevorden was, dit bedrag heeft betaald aan de overleden Zweder van Rechteren, die daarvoor ambtman van Coevorden was, en die dit bedrag destijds, voortkomende uit onderhoud en verbouwing van het huis en slot van Coevorden, met hun toestemming heeft voorgeschoten.
De Deventer burger Gerit Borre verklaart dat hij van bisschop Frederik van Blankenheim het huis Holten genoemd de Waerdenborch heeft ontvangen en dat moet bewaren voor het Sticht en de stad Deventer. Hij ontvangt daarvoor het weggeld te Holten.
Lubbert Essing (deze burger uit Zwolle was ook kastelein op Blankeweer, zie bijlage 3.7) verklaart dat hij, aangezien bisschop Frederik van Blankenheim hem tot zijn ambtman te Salland heeft aangesteld en de drie Sallandse hoofdsteden het huis Arkelstein in onderpand hebben van de bisschop en dat aan Lubbert in beheer hebben gegeven, hij het volgende heeft beloofd: (1) hij zal Arkelstein ten behoeve van het Sticht trouw beheren (2) na een aanmaning daartoe aan de portier van Arkelstein zal hij het huis binnen veertien dagen aan de drie steden overdragen (3) hij zal het huis Arkelstein binnen veertien dagen aan de drie steden overdragen als hij als ambtman van Salland wordt ontslagen. Diverse lieden staan hiervoor borg.
Datering
05-05-1400 16-02-1401
04-09-1404
11-02-1405
Bron
OO IIA 1603.
OGD II nr. 1060.
ZR II nr. 683.
ZR II nrs. 697, 698.
   Waardenborg
Arkelstein
04-14-1406 22-04-1406 (2x)
13-05-1407
OO IIA 1851 t/m 1853, zie aantekenin- gen aldaar.
ZR II nr. 758.
B
693
 





































































   693   694   695   696   697