Page 686 - Het middeleeuwse kastelenlandschap van het Oversticht - Diana Spiekhout
P. 686
Bijlagen
Kasteel
Arkelstein en Vollenhove
Lage Diepenheim
Diepenheim
Vollenhove
Vollenhove en Diepenheim
aanstelling kasteleins, rentmeester en ambtman
Inhoud
Bisschop Arnold van Horn verklaart dat toen hij bisschop van Utrecht werd Wouter van Voorst op kasteel Arkelstein was gestationeerd als ambtman van Salland. De bisschop moest Wouter eerst 5000 oude schilden betalen om het kasteel en ambt weer in handen te krijgen, waarvoor Zwolle de bisschop geld heeft geleend. De kastelein van Vollenhove moet onder ede zweren dat hij kasteel Vollenhove niet aan de volgende bisschop zal uitleveren totdat dit geldbedrag aan Zwolle is terugbetaald.
Bisschop Arnold van Horn verlengt ten behoeve van Reinoud van Coevorden de door zijn voorgangers gedane verpanding van huis en ambt te Lage voor een schuld van 3607 oude gouden Franse schilden
Goedert van Schoenbeke heeft van heer Reynolt van Brederode en Gennep het huis te Diepenheim met de hoge en lage heerlijkheid in pand gekregen voor 500 oude schilden die Reynolt hem schuldig was. Hij verklaart met Reynolt een overeenkomst te hebben gesloten
Goedert van Schoenbeke belooft huis, stad en ambt Diepenheim voor heer Reynolt van Brederode en Gennep te bewaren zolang de bisschop het pandschap niet heeft ingelost
Bisschop Floris van Wevelinkhoven verklaart aan Jacob van der A en zijn zoon 2900 oude Franse schilden schuldig te zijn omdat de vorige bisschop, Arnold van Horn, van hun deze 2900 oude Franse schilden heeft geleend en die niet heeft ingelost. Bisschop Floris verpandt hun daarvoor het kasteleinschap van Vollenhove, het schoutambt van Vollenhove en Hasselt, en het rentmeesterschap van het huis en land van Vollenhove.
Inlossing pandsom Vollenhove, Diepenheim en Nederstichtse sloten door bisschop Floris van Wevelinkhoven; daarvoor had bisschop Arnold ze verpand om een oorlog te bekostigen.
Bisschop Floris van Wevelinkhoven verklaart tegenover de burgermeesters, schepenen en raden van de drie Sallandse hoofdsteden dat hij (1) alleen diegenen tot kastelein, rentmeester en ambtman aanstelt, die in aanwezigheid van burgmeesters, schepenen en raden van de drie Sallandse hoofdsteden bij ede zullen beloven tegenover een ieder het landrecht van Salland te zullen handhaven en (2) de bisschop zal kasteleins, rentmeesters en ambtmannen die zich hier niet aan houden ontslaan.
Datering
21-12-1376
09-09- 1377;15- 09-1377
31-07-1378
14-11-1379
1379
1379
14-11-1379
Bron
ZR I nr. 145.
UA BA nr. 3.
Van Mieris III: 345.
Stads- archief Deventer 0690 inv. nr, 107-9.
UA BA 281- 1/3.6.10.2/ nr. 1181.
Bruch 1982: 233.
ZR I nr. 159.
684