Page 552 - Het middeleeuwse kastelenlandschap van het Oversticht - Diana Spiekhout
P. 552

                                verkocht aan Johan van Almelo. De verkoop ging uitsluitend om het vruchtgebruik van deze Stichtse leengoederen.742
Figuur 1 Ter Molen: Tekening van Ter Molen rond 1733, vervaardigd door Cornelis Pronk.
In de periode 1375-1376 werden er bouwwerkzaamheden aan Ter Molen verricht. Burgers van de stad Deventer ervaarden die als dreigend. De zorgen liepen zo hoog op dat de schepenen en raden van de stad besloten om het huis te belegeren.743 Na de verovering van Ter Molen werd het huis gesloopt.744
Op 23 oktober 1378 was het kasteel Ter Molen waarschijnlijk weer volledig herbouwd, want het wordt samen met kasteel Hemercamp beschreven in een oorkonde: ‘Sweder van der Schulenborg en zijn vrouw Hadewighe van Almelo beloven dat zij de akten die Arend en Albert van Almelo geheten van Hulsenen, broers, hadden ten laste van Vrederick en Johan van der Eze, sprekende op de heerlijkheid Almelo, zullen overdragen aan Everd van Heker, heer tot Almelo, knape, en Beatrix, jonkvrouwe van Almelo, en dat zij genoemde Everd en diens vrouw op hun sloten Hemercampe en ter Molen zullen beschermen en helpen tegen de aanvallen van Vrederick van Zuelen en Henrick van Ampsem en dat hij zich in het veld onder de banier van de heer van Almelo zal scharen en hem na aanmaning een hengst zal leveren.’745
Kasteel Ter Molen werd echter enkele jaren daarna weer verwoest. Volgens de Vermeerderaar van Beke gebeurde dit in 1380. Na de verwoesting van Eerde zouden de bewoners van kasteel Ter Molen zich hebben overgegeven aan de bisschop zonder strijd, waarna het kasteel op last van de bisschop werd afgebroken.746 Een nauwkeuriger inzicht in deze gebeurtenissen kan worden verkregen aan de hand van de Deventer kameraarsrekeningen. Daaruit blijkt dat de overgave van Ter Molen niet in 1380, maar in 1381 heeft plaatsgevonden. Kameraar Johan die Hoyer maakte in dat jaar twee notities over kosten die betrekking hadden op een belegering. Zo werd er door een Deventer stadsbode een brief van de stad Deventer gestuurd aan ‘...onsen heren van Utrecht tot Zwolle, to Hasselt, ton Hardenberghe ende vor dat hues tor Molen’.747 Enkele dagen later reed een deel van de schepenen en raden van Deventer richting Ter Molen ‘...do onse ghemeynte uytghetrecket was vor dat hues Ter Molen’.748 Kameraar Johan van Rysen noteerde nog meer informatie over de situatie bij Ter Molen en die bij kasteel Laar, dat Deventer ook wilde belegeren. Betreffende Ter Molen was volgens de kameraar een groot deel van de Deventer gemeente samen met de bisschop naar het huis getrokken en hebben ze het vervolgens ‘ghewonnen’.749 In tegenstelling tot wat de Vermeerderaar beweert duiden
742 Gevers & Mensema 1983: 189.
743 De Hullu 1897: 219, 230-231, 314-315.
744 De Hullu 1897: 266.
745 RHA I nr. 91.
746 Bruch 1982: 232; Nanninga Uitterdijk 1915: 178.
747 De Hullu & Acquoy 1900: 370.
748 De Hullu & Acquoy 1900: 370.
  550 749
De Hullu & Acquoy 1900: 390.





















































































   550   551   552   553   554