Page 247 - Het middeleeuwse kastelenlandschap van het Oversticht - Diana Spiekhout
P. 247
Voltherbroek landweer (VO7)
Begraven broekeerdgrond
Coördinaten: 259129/488943
Multi grain 4mm
41 AD ±140* 3344 v.C ±410*
*** Meest zekere, datering door toepassing van ‘central mean model’
** Betrouwbaar, geheel gebleekt
Tabel 4.2: Overzicht en datering van fossiele bodems. De monsters waar een * voor staat zijn onbetrouwbaar omdat het hier gaat om bodemmateriaal dat slechts ten dele is gebleekt.
Van enkele monsters van het wallichaam en de voorburcht was het materiaal wel voldoende gebleekt.99 De wal zal volgens de OSL-datering rond het midden van de dertiende eeuw zijn 4 opgeworpen. Dit zou betekenen dat de wal dus jonger is dan het vondstmateriaal van de Hunenborg. We kunnen ons afvragen of de OSL is geslaagd, of dat de datering toch wat te
jong is uitgevallen, vooral omdat de andere dateringen niet zijn geslaagd. Een zandlaag bij
de basis van de natuurlijke grachtvulling van de voorburcht leverde een datering op in de twaalfde tot dertiende eeuw. Deze laag is waarschijnlijk net iets jonger dan de aanleg van de
gracht. De datering is dus niet in strijd met die welke op basis van de objecten is verkregen.
Interpretatie: de aanleg- en gebruiksperiode van de Hunenborg
Op basis van alle beschikbare archeologische gegevens is het nu mogelijk om de constructie en het gebruik van de Hunenborg globaal door de tijd heen in kaart te brengen. We kunnen de volgende fasen onderscheiden:
Het kasteellandschap van de Hunenborg
Code cm-mv
Aa 0-60 Ahb 60-88
ACu 88-93 Cg 93-100
Beschrijving
zwaklemig matig fijn zand moerige lichte zavel
overgang tussen eerdlaag en moedermateriaal
zwaklemig matig fijn zand
Multi grain 2mm
* Onbetrouwbaar, gedeeltelijk gebleekt
Single grain
881 AD ± 825*
1194 BC ± 2470*
Single grain MAM
1571 AD ± 320*
1121 AD ± 450*
99 100
• Fase 1 – aanleg van de burcht: De Hunenborg is op een lage dekzandrug in een moerassig gebied opgetrokken. De bouwers groeven het grachtenstelsel van de voor- en hoofdburcht uit en met de vrijgekomen grond legden zij de wallen aan. Om het binnenterrein van de Hoge Hunenborg geschikt te maken voor bebouwing hebben de bouwers vervolgens het gebied binnen de wal, behalve het centrale deel dat blijkbaar al hoog genoeg was, opgehoogd met een pakket zand van ongeveer 40-60 centimeter. Na deze ophoging is men begonnen met het optrekken van een houten gebouw. Op de Hoge Hunenborg stonden blijkens het onderzoek van Holwerda ook andere houten gebouwen. Hij heeft aan westkant restanten van een vierkanten bouwsel aangetroffen van ongeveer 6 x 6 meter dat was gefundeerd op palen en een kleine funderingsgreppel. Ongeveer 7 meter ten zuiden van dit gebouw lagen volgens Holwerda de restanten van een kleiner rechthoekig gebouw van 3 x 4 meter. Deze constructie had een fundamentgreppel van ongeveer 30 á 40 centimeter breed van (gedroogde) leem. Holwerda vermoedt dat de wanden ook in leem waren opgetrokken.100 Of deze kleinere houten gebouwen al in de eerste fase zijn aangelegd is onduidelijk.
• Fase 2 of fase 2 en 3 – tweede ophoging van het middenterrein met houtbouw en mogelijk ook de eerste fase van de steenbouw: In een tweede fase is het terrein nog een keer opgehoogd met een pakket 30 tot 50 centimeter relatief schoon zand. Paalsporen in de jongere lagen van het profiel doen vermoeden dat er nog een tweede houtfase voorafgaand aan de steenbouwfase is
Scholte Lubberink et al. 2018: 89. Holwerda 1917: 18-19.
245