Page 243 - Het middeleeuwse kastelenlandschap van het Oversticht - Diana Spiekhout
P. 243

                                De vondstcategorie aardewerk biedt tevens inzicht in de datering van de burcht. Tijdens de opgraving in 2016 zijn in totaal 58 zeer gefragmenteerde scherven gevonden. Zes behoren tot het type Pingsdorf en 52 tot het type kogelpot. Daarnaast zijn ook de eerder gevonden scherven bestudeerd. Naast kogelpot en Pingsdorf bleek daar ook een scherf Paffrath bij te zitten.87 De kogelpotscherven dateren voornamelijk uit 1075- 1150/1175. Kogelpotscherven met facetrand, die in Noordoost-Twente vanaf 1150/1175 voorkomen, zijn nauwelijks aangetroffen op de burcht. Ook de Pingsdorfscherven kunnen globaal in de twaalfde eeuw worden geplaatst, maar het aardewerk is te fragmentarisch om er een specifieke datering aan te verbinden.88 Behalve deze scherven heeft Holwerda in 1916 ook nog drie keramische schijven aangetroffen die hij als visnetverzwaarders interpreteerde. Waarschijnlijk gaat het hier echter om weefgewichten.89 Het is niet mogelijk om een datering aan deze te verbinden, maar de vondsten duiden wel op de aanwezigheid van een weefgetouw op de burcht. Van de Lage Hunenborg is één jongere scherf van grijsbakkend aardewerk bekend.90
Wanneer we de ouderdom van de tot dusverre aangetroffen metaalvondsten en aardewerkfragmenten op een rij zetten, blijken deze een bandbreedte te beslaan van de
periode 1050 tot 1200 met een nadruk op de periode 1100-1150/1175. Sommige vondsten
zouden ook nog uit de dertiende eeuw kunnen dateren, maar dat komt vooral omdat de ouderdom niet nauwkeurig kon worden vastgesteld. Vondsten die uitsluitend uit de dertiende
eeuw komen zijn, op de grijsbakkende aardewerkscherf nagelaten, onbekend. 4
Aan de hand van de vondsten krijgen we ook inzicht in de identiteit van de gebruikers van de Hunenborg. De objecten kunnen in verschillende gebruikscategorieën worden ingedeeld, namelijk wapens, paardenspullen, gereedschap, voedsel en bouwmateriaal. De categorieën wapens en paardenspullen zijn sterk vertegenwoordigd. Steekwapens, schilden in combinatie met hoefijzers en priksporen duiden op de aanwezigheid van cavalerie. Een slijpsteen, bedoeld op wapens mee scherp te houden, houdt waarschijnlijk ook met de aanwezigheid van krijgers verband.91
Het meeste archeologische materiaal op de Hunenborg bestaat uit puinfragmenten. Het gaat om delen van Bentheimer zandsteen, tufsteen en veldkeien.92 Vooral het voorkomen van tufsteen is bijzonder, want dit bouwmateriaal is nergens anders in Oost-Twente aangetroffen. Op basis van de waarnemingen van Holwerda kan worden vastgesteld dat deze stenen zijn gebruikt voor kistmuren. De kern van een dergelijke muur is gevuld met keien, steenhouwersafval, mortel en zand. De buiten- en binnenkant zijn bekleed door rechthoekige blokken zandsteen van ongeveer 35 bij 32 bij 30 centimeter. Ook voor dit doel is tufsteen gebruikt.93 De gereedschappen en spijkers die zijn aangetroffen kunnen ook in verband worden gebracht met de bouwactiviteiten op de Hunenborg.
Het gevonden keramiek bestaat zowel uit lokaal vervaardigde kogelpotten als Rijnlandse importen (Paffrath en Pingsdorf). Men gebruikte in de middeleeuwen dit soort aardewerk voor voedselbereiding en opslag. De samenstelling van de typen wijkt niet af van wat in de omgeving op boerderijen wordt gevonden.94 Alleen de aanwezigheid van kogeltuitpotten is onbekend in Oost-Twentse context.95 Aangezien er maar weinig aardewerk is aangetroffen kunnen hier geen verdere conclusies aan worden verbonden.
Botmateriaal
Tijdens het veldwerk in 2016 zijn 137 fragmenten van botten aangetroffen van verschillende soorten dieren, te weten rund (41 procent), varken (37 procent), schaap/geit (16 procent)
87 Scholte Lubberink et al. 2018: 120.
88 Scholte Lubberink et al. 2018: 121-122.
89 Scholte Lubberink et al. 2018: 123.
90 Scholte Lubberink et al. 2018: 123.
91 Scholte Lubberink et al. 2018: 126.
92 Scholte Lubberink et al. 2018: 126.
93 Scholte Lubberink et al. 2018: 137-138.
94 Scholte Lubberink et al. 2018: 121.
95 Scholte Lubberink et al. 2018: 123.
Het kasteellandschap van de Hunenborg
 241
 













































































   241   242   243   244   245