Page 269 - Secondary school students’ university readiness and their transition to university Els van Rooij
P. 269

                                Appendix I
 Samenvatting 1 Introductie
Ieder jaar starten bijna 50.000 studenten in het eerste jaar van een universitaire opleiding (VSNU, 2017a). Het overgrote deel van deze groep betre  studenten die rechtstreeks van het vwo komen. Het vwo-diploma biedt hen toegang tot de universiteit, maar de vraag is of dit ook betekent dat ze ‘klaar’ zijn voor de universiteit; o ewel of ze over de benodigde eigenschappen beschikken om succesvol te zijn in het eerste jaar. De uitvalcijfers doen vermoeden dat dit voor een aanzienlijk deel van de studenten niet het geval is: 33 procent van alle eerstejaarsstudenten van het studiejaar 2014/2015 stroomde niet door naar het tweede jaar van de bacheloropleiding die ze gestart waren. Zeven procent verliet de universiteit en 26 procent veranderde van bachelor (Onderwijsinspectie, 2017). Het aantal studenten dat moeite hee  met de transitie van vwo naar universiteit is vermoedelijk nog hoger, aangezien niet iedereen die het zwaar hee  ook uitvalt of van opleiding verandert. Internationaal onderzoek gee  aan dat een kwart tot een derde van de eerstejaars aanzienlijke transitieproblemen ervaart (Lowe & Cook, 2003) en dat ten minste de hel  van de studenten lagere cijfers haalt op de universiteit dan dat ze deden op het voortgezet onderwijs (Wintre et al., 2011). Transitieproblemen kunnen niet alleen leiden tot de genoemde academische problemen zoals uitval en onderpresteren, maar ook tot psychologische problemen zoals depressie (Leung, 2017; Lowe & Cook, 2002). Uitval en switchgedrag hebben bovendien negatieve consequenties voor universiteiten qua kosten en rendementen.
Diverse oorzaken spelen een rol bij het ontstaan van transitieproblemen, waarvan we twee belangrijke hier expliciet noemen. Ten eerste weten veel studenten niet goed wat ze moeten verwachten van studeren aan de universiteit of zijn de verwachtingen die ze hebben onrealistisch (Heublein et al., 2017; Smith & Wertlieb, 2005). Dit geldt in het bijzonder voor eerstegeneratiestudenten (studenten die de eerste in hun gezin zijn die naar de universiteit gaan). Hieraan gerelateerd hebben veel studenten vaak een onjuist beeld van de opleiding waar ze aan beginnen (De Buck, 2009). Onrealistische verwachtingen maken de kans groot op teleurstelling en ontevredenheid, wat vervolgens de kans vergroot op uitval en switchen. Een tweede oorzaak voor transitieproblemen is te herleiden tot het grote verschil tussen de leeromgeving op het vwo en die op de universiteit. Waar
268






























































































   267   268   269   270   271