Page 155 - ART FORM AND MENTAL HEALTH - Ingrid Pénzes
P. 155

behoefte aan structuur, perfectionisme, cognitieve controle en rigiditeit. Met het begrip materiaalinteractie verbonden de therapeuten de twee andere aspecten van de beeldende kunstvorm: materiaalbeleving en het beeldend product. Aangaande de materiaalbeleving, stelden de beeldend therapeuten dat materiaalinteractie verschillende cognitieve of emotionele ervaringen zou kunnen uitlokken tijdens het beeldend vormgevingsproces. Zo zouden cliënten met veel cognitieve controle bijvoorbeeld frustratie kunnen ervaren wanneer ze werkten met vloeiende beeldende materialen welke zich moeilijker lieten controleren.
Het observeren van de materiaalbeleving van cliënten, leverde de therapeuten inzicht op óf en hoe cliënten in staat waren om negatieve emoties toe te laten, te hanteren en uit te drukken. Tenslotte wezen de geïnterviewde beeldend therapeuten erop dat de sporen van materiaalinteractie, zichtbaar zouden zijn in de formele elementen van het beeldend product zoals lijn, contour en vorm.
In Hoofdstuk 3, werden 47 beeldend therapeuten in 3 opeenvolgende focusgroepen bevraagd over materiaalinteractie en de relatie met het beeldend product en de geestelijke gezondheid van volwassenen. Een nadere analyse van de oorspronkelijke categorieën van materiaalinteractie uit hoofdstuk 2 leidde tot 11 categorieën die belangrijk werden gevonden om te observeren. Deze categorieën konden verdeeld worden in twee hoofdcategorieën, ‘fysieke expressie’ en ‘expressie in vormgeving’, en één kerncategorie hier ‘dialoog’ genoemd.
‘Fysieke expressie’ had betrekking op de fysieke actie gedurende het beeldend vormgevingsproces en bestond uit de subcategorieën ‘beweging’, ‘ritme’, ‘tempo’, ‘greep’, ‘kracht’ en ‘fysiek contact’. De tweede hoofdcategorie ‘expressie in vormgeving’ bestond uit de subcategorieën ‘structuur’, ‘belijning’, ‘vormen’ en ‘gebruik van kleur’.
De kerncategorie ‘dialoog’ had betrekking op het vermogen van de cliënt om af stemmen, gebruik te maken, en zich aan te passen aan de eigenschappen van de beeldende materialen. De mate van dialoog werd bepaald door fysieke, cognitieve en affectieve kenmerken van de cliënt. ‘Dialoog’ werd gezien als een kernconcept, omdat het de verschillende categorieën verbond. Omdat de categorieën van materiaalinteractie sterk aan elkaar gerelateerd waren, vormden hun combinatie een materiaalinteractie stijl welke gepositioneerd kon worden op een continuüm van rationeel tot affectief.
Met betrekking tot geestelijke gezondheid, legden beeldend therapeuten een verband tussen een meer ‘rationele stijl’ en de behoefte aan controle van
 Nederlandse samenvatting en algemene discussie | 153
7



























































































   153   154   155   156   157