Page 144 - Advanced echocardiography in characterization and management of patients with secondary mitral regurgitation
P. 144
Chapter seven. Samenvatting, conclusie en toekomstperspectieven
tussen “TAPSE” (een maat voor rechter ventrikel functie) en de systolische druk in de long arterie (PASP) geëvalueerd als een maat voor RV-PA coupling (de relatie tussen contractiliteit van de rechterventrikel en de afterload). Een TAPSE/PASP ratio <0.35 was geassocieerd met een verhoogd risico op mortaliteit. TAPSE/PASP ratio was van prognostische waarde boven TAPSE.
Conclusie en toekomstperspectieven
Secundaire mitralisklepinsufficiëntie is het gevolg van veranderingen in de LV geometrie en mitralisklep annulus dilatatie. Ernstige mitralisklepinsufficiëntie is geassocieerd met een slechte prognose. Het verminderen van de mitralisklepinsufficiëntie en verbetering van prognose is nog niet duidelijk. De vraag blijft wat de prognose beïnvloed. Behandelen van patiënten met secundaire mitralisklepinsufficiëntie blijft hiermee uitdagend. Recentelijk was de LVEF een belangrijke parameter om de mitralisklepinsufficiëntie invasief te behandelen. Twee grote trials die het effect van percutane mitralisklep therapie hebben geëvalueerd toonde discrepanties in de resultaten. Onder andere de LV volumina waren anders, terwijl de LVEF vergelijkbaar was, hetgeen suggereert dat de LVEF niet de beste parameter is om de LVF te bepalen. Geavanceerde echocardiografische technieken, zoals speckle tracking echocardiography waarvan LVGLS wordt afgeleid, kunnen van diagnostische als prognostische waarde zijn en worden langzamerhand in de huidige richtlijnen opgenomen. LVGLS kan LV dysfunctie in een eerder stadium detecteren en artsen helpen in de beslisvorming voor interventie voordat het “te laat” is. De anatomie van de mitralisklep speelt hierin ook een belangrijke rol in het technische aspect van invasieve therapieën, maar ook in welke specifieke percutane therapie geschikt is om het probleem aan te pakken (b.v. klepbladen, annulus of mitralisklep subapparatus). Als aanvulling hierop kunnen beeldvormende technieken van verschillende modaliteiten een belangrijke en centrale rol spelen in het karakteriseren en kwantificeren van secundaire mitralisklepinsufficiëntie en helpen in de risicostratificatie van patiënten.
142