Page 152 - It' about time: Studying the Encoding of Duration
P. 152
(Burr & Ross, 2008; Harvey, Klein, Petridou, & Dumoulin, 2013). Het duration channel model is dus gebaseerd op een biologisch plausibel mechanisme waarvan we weten dat het gebruikt wordt om computationele uitdagingen in de hersenen op te lossen. Daarnaast biedt het duration channel model duidelijke voorspellingen voor timinggedrag en neurale reacties op duur die empirisch kunnen worden getest. Ondanks deze voordelen was er in eerste instantie weinig interesse voor de rol van tijdsduur-selectieve mechanismen in de perceptie van tijdsduur. We hebben er daarom voor gekozen om ons in deze dissertatie op het duration channel model te richten en met behulp van dit model nieuwe vragen te beantwoorden over de manier waarop ons brein informatie over tijdsduur codeert. Empirische ondersteuning voor het duration channel model Een bekende methode om de kanaal-gebaseerde codering van sensorische eigenschappen te bestuderen is door gebruik te maken van sensorische adaptatie. Bij sensorische adaptatie wordt door herhaaldelijk aanbieden van dezelfde informatie een deel van de neuronen die verantwoordelijk zijn voor verwerking van die informatie minder actief gemaakt. Vervolgens wordt dit verschil in activiteit gebruikt om verandering in gedrag te meten om zo conclusies te trekken over de onderliggende mechanismen. In het geval van duur voorspelt deze methode dat herhaaldelijke blootstelling aan een bepaalde tijdsduur ertoe zal leiden dat opvolgende gepresenteerde tijdsduren meer verschillend zullen lijken van de duur waaraan men eerder is blootgesteld. Dit komt doordat een deel van de kanalen minder sterk reageert (figuur 3a), waardoor de potentiele populatie respons veranderd. Omdat presentatie van de geadapteerde tijdsduur de populatie-respons niet beïnvloedt, verandert de waargenomen tijdsduur voor deze stimulus niet (figuur 3b). Voor tijdsduren die de geadapteerde kanalen gedeeltelijk activeren zal de populatieresponse wel veranderen (figuur 3c). Hierdoor zal na herhaaldelijke blootstelling aan een stimulus van bijvoorbeeld 400 ms een stimulus van 200 ms extra kort lijken te duren, en een stimulus van 800 ms juist extra lang. Wanneer de duur erg verschilt en de geadapteerde kanalen niet reageren treedt er echter geen verandering in waargenomen duur op (figuur 3d). A Dutch summary 151