Page 31 - Empowering pre-service teachers through inquiry - Lidewij van Katwijk
P. 31

                                Inquiry as stance in the intended curriculum
 4. Toepassing van onderzoeksresultaten van anderen in de praktijk. Earl &Katz
(2006) hebben het in deze zin over het in staat zijn tot evidence informed
decision making, waarbij het niet direct hoeft te gaan om het zelf uitvoeren 2 van een onderzoek, maar wel om het gebruik maken van data uit de praktijk
en uit eerder verschenen onderzoek (Imants, Van Veen, Pelzer, Nijveldt, &
Van der Steen, 2010; Schildkamp & Kuiper, 2010).
Deze vier aspecten zijn sterk aan elkaar gerelateerd en niet los van elkaar te zien in de onderwijspraktijk; het is bijvoorbeeld niet mogelijk om onderzoeksvaardigheden te gebruiken zonder een vorm van onderzoekskennis. Voor analyse van de ontwikkeling van onderzoekend vermogen bij studenten in de lerarenopleiding is het echter nuttig om deze aspecten afzonderlijk van elkaar te onderscheiden.
Op grond van bovenstaande aspecten definiëren wij het onderzoekend vermogen voor de pabo als de bekwaamheid om onderzoek te doen én te gebruiken ter verbetering van de eigen beroepspraktijk door de integratie van onderzoeksvaardigheden, een onderzoekende houding, onderzoekskennis, en het kunnen toepassen van onderzoeksresultaten in de praktijk.
2.3 Onderzoeksvragen
De volgende deelvragen staan centraal:
1. Wat beogen lerarenopleidingen voor basisonderwijs (pabo’s) in Nederland met studentonderzoek en ontwikkeling van onderzoekend vermogen in het curriculum?
2. Hoe wordt studentonderzoek en ontwikkeling van onderzoekend vermogen door pabo’s geoperationaliseerd in de beschreven leerlijnen?
3. In hoeverre is er sprake van constructive alignment tussen de beschrijvingen van de onderwijsactiviteiten en de toetsing met betrekking tot onderzoekend vermogen en de beoogde leeruitkomsten in leerlijnen onderzoek?
 29





















































































   29   30   31   32   33