Page 30 - Empowering pre-service teachers through inquiry - Lidewij van Katwijk
P. 30
Chapter 2
hogescholen veelvuldig gebruikt met verwijzing naar de drie aspecten die Andriessen (2014) onderscheiden heeft: onderzoekende houding, onderzoek gebruiken en onderzoek doen. Deze aspecten zijn ook terug te vinden in internationale literatuur over de ontwikkeling van de onderzoekscompetentie bij aanstaande leraren, waarbij het aspect ‘onderzoek doen’ geïnterpreteerd wordt als onderzoeksvaardigheden (bijvoorbeeld Aspfors & Eklund, 2017; Baan et al., 2019; Cochran-Smith & Lytle, 2009; Munthe & Rogne, 2015; Toom et al., 2010). Hiernaast wordt in de literatuur nog een ander element benoemd, namelijk onderzoekskennis, waardoor wij in totaal op vier aspecten van onderzoekend vermogen in de pabo uitkomen:
1. Onderzoeksvaardigheden, zoals het analyseren van praktijkproblemen, een literatuurstudie uitvoeren, een onderzoeksvraag opstellen, het kiezen en gebruik maken van adequate onderzoeksmethoden, het verzamelen en analyseren van data, het trekken van conclusies en het schrijven van een onderzoeksverslag (Aspfors & Eklund, 2017; BERA-RSA, 2014; Hökkä & Eteläpelto, 2014; Munthe & Rogne, 2015).
2. Onderzoekende houding, door Van der Rijst (2009) gekarakteriseerd als willen weten, willen begrijpen, willen vernieuwen, willen bereiken, willen delen en kritisch zijn. Cochran-Smith en Lytle (2009) gebruiken voor deze houding de term inquiry as stance, waarbij zowel het open staan om te leren van de eigen professionele omgeving als een kritische grondhouding van belang zijn. Een andere verwante term aan het begrip onderzoekende houding is inquiry habit of mind (Earl & Katz, 2006). Volgens Earl en Katz is dit een manier van denken die gericht is op diepgaand begrijpen, terughoudend zijn in concluderen, tolerant zijn ten aanzien van tegenstrijdigheden, vanuit verschillende perspectieven willen kijken en continu vragen willen stellen. Een onderzoekende houding vormt ook de basis van onderzoekend handelen als reflectieve beroepsbeoefenaar (Schön, 1983).
3. Onderzoekskennis, waarbij het zowel gaat om begrip van het vakgebied, alsook om theoretische concepten over het fenomeen onderzoek zelf en over het uitvoeren van onderzoek (Aspfors & Eklund, 2017; BERA-RSA, 2014; Dana & Yendol-Hoppey, 2019; Jacobs et al., 2015; Munthe & Rogne, 2015; Sachs, 2016).
28