Page 142 - Personality disorders and insecure attachment among adolescents
P. 142

kunnen worden gevraagd om schriftelijk te reflecteren op zowel het behandelproces als op de voortgang. Met deze informatie zou het behandelteam het gepersonaliseerde plan aan kunnen passen om het te optimaliseren op voor deze adolescent belangrijke therapeutische factoren per behandelingsfase. De comorbiditeit die tevens voorkomt bij andere psychische stoornissen (Caspi & Moffitt, 2018; Kessler, Chiu, Demler & Walters, 2005) dan persoonlijkheidsstoornissen heeft ook gevolgen voor de inhoud en organisatie van de gezondheidszorg in het algemeen, aangezien het huidige gezondheidszorgsysteem gebaseerd is op de opvatting dat psychische problemen optreden als te categoriseren stoornissen (Van Os, Guloksuz, Vijn, Hafkenscheid, & Delespaul, 2019). Deze stoornissen moeten worden behandeld volgens evidence-based behandelrichtlijnen die gebaseerd zijn op meta-analytisch bewijs van meetbare symptoomvermindering op groepsniveau. Echter, evidence- based richtlijnen op groepsniveau zijn mogelijk niet te generaliseren naar het individuele niveau, vooral niet voor ernstig gestoorde adolescenten met gecombineerde aandoeningen. Verschillende nieuwe ontwikkelingen (Van Os et al., 2019) suggereren dat de nadruk moet liggen op het verbeteren van veerkracht, in plaats van op symptoomvermindering, en op verbondenheid met anderen. Ons onderzoek naar onveilige gehechtheid en therapeutische factoren lijkt het belang van verbinding met anderen aan te tonen om emotioneel te groeien in de adolescentie. Om die reden moeten clinici tijdens alle fasen van de behandeling het belang benadrukken van gehechtheidsrelaties en van het leren van de ene generatie op de andere en van sociale systemen. In klinische MBT-praktijken voor adolescenten, bevorderen clinici de veerkracht van adolescenten en hun systemen om kwetsbaarheden in contact met significante anderen op te vangen. Dit is een taak voor de moderne samenleving waarin eenzaamheid het grootste sterfterisico voor mensen vormt (Holt-Lunstad, Robles, & Sbarra, 2017). Aanbevelingen voor toekomstig onderzoek De adolescentie is een periode in het leven waarin persoonlijkheidsstoornissen zich vaak manifesteren (Kessler et al., 2005; Newton-Howes, Clark, & Chanen, 2015). Ondanks deze kennis is de klinische aandacht voornamelijk gericht op volwassenen en BPD. Onderzoek is nodig naar persoonlijkheidsstoornissen met comorbiditeit in de adolescentie door middel van evaluaties van preventie- en behandelingsprogramma’s met niet alleen kwantitatieve, maar ook kwalitatieve onderzoeksmethoden, of een combinatie van beide. Aangezien de validiteit van een vragenlijst bij klinische adolescenten met verschillende mentale toestanden twijfelachtig schijnt in deze studie, lijken kwalitatieve onderzoeksmethoden meer duidelijkheid te bieden over het optimaliseren van preventie- en behandelprogramma's en het verminderen van uitval. Toekomstig onderzoek zou ook het dimensionele model kunnen onderzoeken zoals voorgesteld door de DSM-5 voor klinische 138 


































































































   140   141   142   143   144