Page 137 - Fertility in Women with Rheumatoid Arthritis Vruchtbaarheid van vrouwen met reumatoïde artritis
P. 137
Reumatoïde artritis (RA) is een van de meest voorkomende reumatische aandoeningen. Uit eerdere onderzoeken blijkt dat vrouwen met RA verminderd vruchtbaar zijn, maar welk mechanisme hieraan ten grondslag ligt is niet bekend. Dit proefschrift had als doel het bestuderen van (I) de duur tot het tot stand komen van een zwangerschap bij vrouwen met RA en het verband daarvan met ziektegerelateerde factoren, (II) het optreden van miskramen bij vrouwen met RA, (III) de ovariële functie van vrouwen met RA in de preconceptionele periode en (IV) de ovariële functie op de lange termijn.
De inleiding in hoofdstuk 1 geeft een algemeen overzicht van de ziekte RA, de diagnostiek, en de behandeling. Vervolgens wordt uitleg gegeven over de ovariële functie en het gebruik van anti-Müllers hormoon (AMH) in het serum als indicatie voor deze ovariële functie. Na een korte toelichting over subfertiliteit in de algemene bevolking, wordt beschreven wat al bekend is over vruchtbaarheid, miskramen en menopause in vrouwen met RA. Tot slot wordt de PARA-studie beschreven, welke de basis is geweest voor een groot deel van dit proefschrift.
Hoofdstuk 2 beschrijft de langere duur tot zwangerschap binnen het PARA-cohort en de relatie hiervan met verschillende ziekteaspecten en anti-reumatische therapie. Een langere tijd tot zwangerschap was gerelateerd aan leeftijd, nullipariteit, ziekteactiviteit en preconceptioneel gebruik van non-steroidale anti-inflammatoire middelen (NSAID’s) en prednison. Het effect van prednison was dosis-afhankelijk, waarbij het langer duurde tot een vrouw zwanger werd wanneer zij een hogere dosering prednison gebruikte.
De uitkomsten van vruchtbaarheidsonderzoek bij vrouwen met RA worden beschreven
in hoofdstuk 3. Na oriënterend fertiliteitsonderzoek kregen vrouwen met RA vaker
de diagnoses ‘onverklaarde subfertiliteit’ en ‘anovulatie’. Vrouwen die voor of rondom
de conceptie NSAID’s gebruikten, waren vaker onverklaard subfertiel, wat suggereert
dat deze middelen een negatieve invloed hebben op de vruchtbaarheid. Verder was
een relatief hoog percentage zwangerschappen het resultaat van vruchtbaarheids- behandelingen. Ondanks het hogere percentage vrouwen met subfertiliteit in de
studiegroep, lijken de uitkomsten van vruchtbaarheidsbehandelingen gunstig. S In hoofdstuk 4 wordt het verband tussen miskramen en RA-gerelateerde klinische
factoren onderzocht. Miskramen traden bij de zwangere vrouwen in het PARA- cohort even vaak op als in de algemene bevolking. Er was mogelijk een relatie tussen het optreden van een miskraam en ACPA-positieve ziekte. Het merendeel van de patiënten die na een miskraam opnieuw probeerden zwanger te worden, bereikte dit binnen een jaar met een levend geboren kind als resultaat.
Samenvatting
135