Page 268 - POLITIEK OF MANAGEMENT?
P. 268

Hoofdstuk 7
ondersteunen? De rol van de griffie is in dit onderzoek buiten beschouwing gelaten, maar er is geen indicatie dat de gemeenteraad de griffie hiervoor benut. In verder onderzoek zou het interessant kunnen zijn om na te gaan of gemeenteraden de griffie voldoende gebruiken om hun rol beter in te kunnen vullen en hoe de ondersteunende rol van de griffie zo nodig versterkt kan worden. Ook de Raad voor het openbaar bestuur (2015b) wijst in een recent rapport op het belang van de griffie om te komen tot een betere wisselwerking tussen gemeenteraden en de bovengemeentelijke samenwerking. Ook zij stellen dat raadsleden beter gebruik kunnen maken van de griffie. Zij doen praktische aanbevelingen, onder meer over hoe de raadsgriffiers een bijdrage kunnen leveren aan een bestuurscultuur en een werkwijze binnen de gemeenteraad die de gemeenteraad meer in positie brengt. Zo stellen zij voor dat de raadsleden onderling afspreken wie in het bijzonder welk samenwerkingsverband volgt en ook welke samenwerkingsverbanden meer of minder aandacht vragen, afhankelijk van de politieke dimensie van het taakveld van het samenwerkingsverband.
Naast de griffie kan ook de rekenkamer de raad helpen om in positie te komen. Dit ligt ook in het verlengde van onze eerdere observatie ten aanzien van het gebrek aan evaluatie. Waar in onze casussen wel aspecten van de intergemeentelijke dienst door de rekenkamer(commissie) zijn geëvalueerd, zien wij wel dat dit kan leiden tot praktische aanbevelingen om de aansturing vanuit de raad te versterken.
Waar raadsleden in het algemeen moeite hebben om hun rol in te vullen en greep te krijgen op bepaalde beleidsvelden, valt ons in het bijzonder op welk effect een intergemeentelijke dienst heeft op hun houding. De intergemeentelijke dienst wordt vaak benaderd in termen van “wij versus zij”. De raadsleden voelen onvoldoende eigenaarschap ten aanzien van de intergemeentelijke organisatie, wat hun gevoel van onmacht versterkt. Daarmee ontstaat ook afstand in psychologische zin tussen het democratische gekozen orgaan en de intergemeentelijke dienst. Voor raadsleden biedt ons onderzoek de waarschuwing dat het instellen van een intergemeentelijke dienst gemakkelijk kan leiden tot de reflex om deze niet meer of althans minder als onderdeel van de eigen verantwoordelijkheid te ervaren. Raadsleden moeten het besef vasthouden dat ook de intergemeentelijke dienst van hen is en voor de lokale bevolking die zij vertegenwoordigen werkt. Alleen al dat besef kan helpen om hen hun kaderstellende en controlerende rol ook naar het
266


































































































   266   267   268   269   270