Page 248 - POLITIEK OF MANAGEMENT?
P. 248

Hoofdstuk 6
worden geïnterpreteerd als uiting van het dominant bedrijfsmatige denken. Bij een kleine formatie is de mogelijkheid tot functiedifferentiatie beperkt. Bij een beperkt aantal verschillende functies en een beperkt aantal formatieplaatsen zijn er weinig mogelijkheden om intern door te groeien. De ruimere formatie die in elk van de samenwerkingsverbanden ontstond, liet meer functiedifferentiatie toe. De formatieoverzichten van de drie diensten die in de diverse jaarverslagen zijn opgenomen laten inderdaad zien dat er meer verschillende, deels ook specialistische, functies worden gecreëerd. Bij meer functievariatie en meer formatieplaatsen is ook de interne doorgroeimogelijkheid groter. Doorgroei naar andere functies is een vorm van ontwikkeling.
Maar meer differentiatie betekent ook meer specialisatie en functie afbakening en daarmee minder brede inzetbaarheid. Bovendien vervalt bij het verbijzonderen van de sociale dienst in een afzonderlijke organisatie de mogelijkheid tot inzetbaarheid buiten de eigen afdeling. Daar komt bij dat binnen gemeenten doorgroei niet noodzakelijkerwijs binnen een-en-hetzelfde domein plaatsvindt. Bij een gemeentelijke sociale dienst is ook groei denkbaar naar een andere functie binnen een andere gemeentelijke afdeling. Juist de inbedding binnen een grotere en meer gedifferentieerde organisatie, hier een gemeente, biedt een verrijking van ontwikkel-mogelijkheden in de zin van doorgroei naar andere functies. Dezestap wordt moeilijker als de sociale dienst een afzonderlijke intergemeentelijke organisatie wordt op enige afstand van de gemeenten.
Kortom, de intergemeentelijke samenwerking heeft een effect op de inzetbaarheid en carrièremogelijkheden van de medewerkers, maar beperkt en met zowel een negatieve als een positieve component.
Behoud van gemeentelijke beleidsvrijheid
Wij stelden vast dat behoud van de gemeentelijke beleidsvrijheid door de besluitvormers werd genoemd, niet als beoogd effect van de samenwerking, maar als randvoorwaarde. Waar zij vanuit het bedrijfsmatige perspectief positieve effecten beogen, zijn hun politieke overwegingen vooral randvoorwaardelijk. Zij willen niet zo zeer een politiek effect realiseren, maar juist voorkomen dat er een politiek effect optreedt. De gemeenten, in het bijzonder de gemeenteraden, willen elk eigen beleidsvrijheid en zeggenschap over het in samenwerking uit te voeren domein behouden.
246


































































































   246   247   248   249   250