Page 138 - Imaging of Osteoarthritis and Rheumatoid Arthritis in Hand Joints
P. 138

                                Chapter 8
scapho-trapezo-trapezoïdale (STT) gewricht. In hoofdstuk 3 werden CT- onderzoeken vergeleken met röntgenfoto's om te zien hoe goed deze zijn in het detecteren van artrose van zowel het CMC1 als het STT gewricht. CT had een hogere betrouwbaarheid en CT was meer sensitief in het detecteren van duimbasisartrose, en dan voornamelijk voor het detecteren van STT artrose. CT kan daarvoor de selectie en planning verbeteren voor patiënten met duimbasis artrose.
De validiteit van het direct afbeelden van kraakbeen met hoge resolutie MRI (hrMRI) in kleine handgewrichten werd onderzocht in hoofdstuk 4. Patiënten met duimbasisartrose die gepland waren voor een trapeziëctomie kregen vlak voor de operatie een hrMRI scan van het CMC1 gewricht. Na de operatie werden histologische snede's gemaakt van het trapezium, en deze werden vergeleken met de bevindingen op MRI. Ernstig kraakbeenverlies was aanwezig in alle geopereerde patiënten. MRI kon accuraat de grootte van de kraakbeendefecten in beeld brengen, echter de diepte van de kraakbeendefecten werd met MRI vaak onderschat. Deze onderschatting werd veroorzaakt doordat op MRI een dunne lijn van hoge signaalintensiteit zichtbaar was op het al geërodeerde gewrichtsoppervlak, waardoor het leek dat er nog restkraakbeen aanwezig was.
Hoofdstuk 5 gaat verder in op de evaluatie van het direct afbeelden van kraakbeen met hrMRI. Hier wordt hrMRI vergeleken met de meer gangbare MRI techniek om indirect kraakbeenschade te bepalen door het meten van de bot- bot afstand. Dit werd gedaan in zowel patiënten met handartose als gezonde controles. De betrouwbaarheid van beide MRI methoden was vergelijkbaar. Met het direct afbeelden van kraakbeen werden meer gewrichten met subtiele kraakbeenschade gevonden in de groep met handartose, en werden minder gewrichten met kraakbeenschade gedetecteerd in de groep van gezonde controles, passend bij een betere validiteit van het direct afbeelden van kraakbeen met hrMRI.
In Hoofdstuk 6 wordt een geld besparende lage veldsterkte (0.2T) MRI scanner vergeleken met echografie en een normale hoge veldsterkte (1.5T) MRI voor het detecteren van synovitis, botoedeem en erosies bij patiënten met handpijn en/of vroege artritis. Vergeleken met 1.5T MRI, was 0.2T MRI goed in het detecteren van synovitis en beter dan echografie. 0.2T MRI had echter een
136





























































































   136   137   138   139   140