Page 175 - TWO OF A KIND • Erik Renkema
P. 175

kunnen onderscheiden. En in de derde plaats zagen we ook dat een groot aantal scholen hun levensbeschouwelijk onderwijs inrichten langs de lijnen van de oorspronkelijke (confessionele of openbare) identiteit van de gefuseerde scholen.
Hoofdstuk 3 geeft de analyse van de case study van één school weer: een school
die het levensbeschouwelijk onderwijs gezamenlijk, dus voor alle kinderen samen,
organiseert. Naast interviews in focusgroepen observeerden we de praktijk van de levensbeschouwelijke dagopening. We gingen hierbij op zoek naar de samenhang
tussen de kernwaarden die door leerkrachten worden genoemd en die praktijk.
Onze analyse toonde aan dat de zowel de schooldocumenten als de leerkrachten
het sociale aspect van onderwijs, de ontmoeting en het samenleven, als kernwaarde
van de school beschouwden. Daarnaast zagen we ook een discrepantie tussen de
waarde van ontmoeting en de alledaagse praktijk: zo werd er nauwelijks ingezet
op dialoog tussen leerlingen tijdens de dagopening. Ook de aandacht voor levenservaringen van leerlingen, die door de respondenten van belang werd N geacht, werd nauwelijks in die praktijk tot uiting gebracht.
In hoofdstuk 4 presenteren we de derde fase van ons onderzoek: case studies van 4 scholen. In het bijzonder onderzochten we hier hoe de schoolwaarden werden uitgedrukt in gesegregeerde dagopeningen en in gezamenlijke vieringen en wat er te zeggen was over de samenhang tussen deze waarden en deze praktijken voor levensbeschouwelijk onderwijs. Deze aandacht voor gesegregeerde momenten was nodig omdat in fase 1 al bleek dat deze organisatie van gescheiden levensbeschouwelijk onderwijs een dominante was. Ook in dit onderzoek hechtten de leerkrachten belang aan de kernwaarde van ontmoeting als kenmerk van hun samenwerkingsschool. Maar ook aan het eind van dit onderzoek stelden we vragen over de gelimiteerde organisatie van dialoog in zowel de dagopeningen als de vieringen. Net als in fase 2 zagen we hier wel de waardering voor de aandacht voor levenservaringen in het levensbeschouwelijk onderwijs door de respondenten, maar tevens een beperkt aandeel van deze aandacht in de concrete praktijk. Vanuit een theoretische visie hebben we in dit artikel die aandacht voor levenservaringen van leerlingen als een belangrijk middel voor dialoog en ontmoeting benadrukt.
Vanuit de terugkerende discrepantie tussen ontmoeting en dialoog als kernwaarden van de school enerzijds en de praktijk van het levensbeschouwelijk onderwijs anderzijds is in het onderzoek van fase 4 een bijdrage aan die praktijk
NEDERLANDSE SAMENVATTING
 173





















































































   173   174   175   176   177