Page 159 - ART FORM AND MENTAL HEALTH - Ingrid Pénzes
P. 159

konden worden en dus getest konden worden op hun relatie met geestelijke gezondheid
Hoofdstuk 5 startte met een verkenning van kunsttheorieën die oorspronkelijk de ‘formele beeldanalyse’ ontwikkelden die de formele elementen analyseerden in plaats van de symbolische inhoud. Deze formele elementen werden geoperationaliseerd op een vijf-punt Likert schaal en werden getest op interbeoordelaars betrouwbaarheid gebaseerd op 137 beeldend producten van 80 cliënten.
De interbeoordelaars betrouwbaarheid van alle items varieerde van gemiddeld tot substantieel, behalve ‘textuur’ die een slechte interbeoordelaars betrouwbaarheid had.
We vergeleken deze betrouwbare formele elementen met de formele elementen die geconceptualiseerd waren als ‘primaire’ formele elementen op basis van beeldend therapeuten in de praktijk en vonden overeenkomsten in ‘beweging’, ‘dynamiek’ en ‘contour’.
Volgens de beeldend therapeuten in Hoofdstuk 4 bepaalde de combinatie van deze formele elementen voornamelijk de ‘structuur’ en ‘variatie’ van het beeldend product. Daarom testten we hun onderlinge relatie. Deze formele elementen bleken intergerelateerd, in lijn met de gevonden combinaties in Hoofdstuk 4, namelijk de aanwezigheid van ‘contour’ in combinatie met de afwezigheid van ‘beweging’ en ‘dynamiek’ resulteerde in veel structuur, en de aanwezigheid van ‘beweging’ en ‘dynamiek’ in combinatie met de afwezigheid van ‘contour’ resulteerde in weinig structuur. In Hoofdstuk 4, vonden beeldend therapeuten dat zeer gestructureerde en zeer ongestructureerde – zeer georganiseerde of zeer chaotische – beeldend producten minder variatie hadden en dat structuur en variatie ‘disbalans’ en ‘adaptief vermogen’ aanduidden. Dit zou erop wijzen dat cliënten die beeldend producten maakten met zeer veel of zeer weinig structuur meer uit balans en minder adaptief waren. Daarom testten we in welke mate de scores van de combinaties van deze formele elementen gerelateerd waren aan de scores op psychische klachten, veerkracht en experiëntiële acceptatie. De resultaten waren als volgt: ondanks het feit dat ‘dynamiek’ en ‘beweging’ significant gerelateerd waren aan psychische klachten, bleek de combinatie met ‘contour’ niet significant. De combinatie van de formele elementen ‘beweging’, ‘dynamiek’ en ‘contour’ was significant gerelateerd aan de cliënt’ s veerkracht en experiëntiële acceptatie met de sterkste relatie met experiëntiële acceptatie. Formele elementen als ‘beweging’ en ‘dynamiek’ bleken dus positief gecorreleerd aan geestelijke gezondheid van volwassenen.
 Nederlandse samenvatting en algemene discussie | 157
7




























































































   157   158   159   160   161