Page 143 - Personality disorders and insecure attachment among adolescents
P. 143

Klinische implicaties
Zoals eerder vermeld, werd een hoge mate van comorbiditeit tussen de persoonlijkheidsstoornissen, onveilige gehechtheidsrepresentaties en NSSI gevonden, en dan werden andere comorbide stoornissen niet eens onderzocht. Het huidige classificatiesysteem voor persoonlijkheidsstoornissen lijkt een container van heterogeniteit te zijn en daarom niet geschikt voor adolescenten met persoonlijkheidspathologie. In de klinische praktijk moet deze heterogeniteit in overweging worden genomen en niet worden gemaskeerd door categoriseren. Derhalve worden twee aanpassingen voorgesteld voor het classificeren van adolescente persoonlijkheidspathologie. Ten eerste wordt gesuggereerd dat een dimensionele benadering van persoonlijkheidsstoornissen bij adolescenten beter rekening kan houden met de ontwikkelingsvariabiliteit en heterogeniteit van deze groep. Hopelijk vermindert een dimensionele benadering het risico van stigmatisering of identificatie met een diagnose van een persoonlijkheidsstoornis tijdens de adolescentie. In tegenstelling tot het categorische diagnostische systeem bekijkt een dimensionaal systeem verschillende persoonlijkheidskenmerken langs een continuüm. Het voorgestelde dimensionele model van DSM-5 (APA, 2013) omvat twee dimensies: Criterium A: niveau van persoonlijkheidsfunctioneren en criterium B: pathologische persoonlijkheidskenmerken. Het tweede voorstel is om een classificatiesysteem te gebruiken dat alleen de kernpathologie dimensionaal beschrijft nadat de invloed van adolescentie, onveilige gehechtheid en familie-interacties is beoordeeld. In de diagnostische fase zal de persoonlijkheidspathologie van adolescenten moeten worden beschreven in de context van deze ontwikkelingsfase van het leven en het sociale systeem van de patiënt. Dit benadrukt het belang van een grondige beschrijvende diagnose in plaats van alleen een DSM-5 classificatie. Een beschrijvende diagnose voor een adolescent zou de interacties van de pathologie van de adolescent moeten omvatten met 1) ontwikkeling en puberteit 2) gezinsdynamiek en 3) relaties met leeftijdsgenoten. Deze beschrijvende diagnose kan worden gecombineerd met het opkomende concept van gezondheid en welzijn, positieve gezondheid genoemd (Heerkens et al., 2018). Het positieve gezondheidsveld onderzoekt welke specifieke gezondheidsdimensies in de drie gezondheidsdomeinen, te weten fysieke, sociale en mentale gezondheid, een langer, betekenisvoller en gezonder leven betekenen en welke gezondheidsdimensies het ziekterisico en de kosten van de gezondheidszorg verlagen (Huber et al. , 2011). Het bovenstaande vereist de ontwikkeling van nieuwe methoden voor het onderzoeken van klinische adolescenten met behulp van kwalitatieve in plaats van kwantitatieve onderzoeksmethoden, of een combinatie van beide.
De vastgestelde comorbiditeit heeft gevolgen voor de behandeling van persoonlijkheidspathologie van adolescenten. Volgend uit de beschrijvende diagnose is het nodig dat de behandeling deel uit maakt van een groter, persoonlijk plan dat is ontworpen samen met de adolescent en zijn / haar sociale systeem. Tijdens de behandeling zouden adolescenten regelmatig
137































































































   141   142   143   144   145