Page 200 - Getting of the fence
P. 200

                                Chapter 8
 interventie minder tijd werd besteed aan de Tekstgerichte benadering en meer tijd werd besteed aan de Lezersgerichte en Taalgerichte benadering (en in zeer kleine mate aan de Contextgerichte benadering). Hoewel gemiddeld genomen we een kleine beweging zagen in jaar 2 naar een groter evenwicht tussen de vier benaderingen, liet de analyse zien dat de verschillen tussen docenten groot waren.
In termen van relevantie ervoeren de docenten de Meervoudige Benadering als een praktisch vakdidactisch kader dat hen (weer) meer bewust maakte van hun literatuuronderwijs. De Meervoudige Benadering bood hen een gemeenschappelijke taal waardoor ze een duidelijk inzicht konden krijgen in het waarom, hoe en wat van hun literatuurcurriculum. Alle acht docenten vonden een match tussen de vakinhoudelijke kennis (d.w.z. de Meervoudige Benadering) en hun eigen referentiekader. Hoewel voor sommige docenten de vier benaderingen een eye-opener waren, gebruikten anderen de vier benaderingen als een bevestiging van hun huidige onderwijspraktijk. Met andere woorden, de mate waarin de Meervoudige Benadering leidde tot een getransformeerd eigen referentiekader (het accommodatieproces) (Luttenberg et al., 2013) of tot een aanpassing van de Meervoudige Benadering aan het eigen referentiekader van de docent (het assimilatieproces) varieerde tussen de docenten. Ongeacht assimilatie of accommodatie, ervoeren verschillende docenten een toename van vertrouwen en energie bij het werken met de Meervoudige Benadering.
In termen van bruikbaarheid leek de Meervoudige Benadering bruikbaar voor alle docenten, maar in verschillende mate en met een verschillende foci. De manier waarop docenten de Meervoudige benadering begrepen had invloed op hoe ze deze in hun lessen hadden geïmplementeerd. Sommige docenten omarmden de Meervoudige Benadering en verrijkten hun lessen door elk van de vier benaderingen bewust in te zetten. Andere docenten waren meer gericht op de structuur van hun lessen, op het meer betrekken van hun leerlingen in het leerproces, of op het kunnen improviseren en meer variatie in hun lessen kunnen toevoegen.
Een aspect dat zorgvuldig moet worden overwogen bij het bespreken van de bruikbaarheid van de Meervoudige benadering in het kader van de Practicality Theory (Doyle & Ponder, 1977; Janssen, Westbroek, & Doyle, 2015) is de Taalgerichte benadering. Een belangrijk resultaat van deze studie is dat de historisch ongemakkelijke relatie tussen taalverwerving en literatuur tastbaar werd, niet alleen in termen van hoe docenten deze benadering interpreteerden en hoe zij de implementatie ervan als moeilijk en tijdrovend ervoeren, maar ook in termen van analyse (zie hieronder).
198





























































































   198   199   200   201   202