Page 194 - Coronary hemodynamics in acute myocardial infarction - Matthijs Bax
P. 194

Chapter 11
LV op CMR) toonde een verband tussen absolute CFR-verbetering en LVEF- verbetering bij patiënten met grotere infarcten. Ook vertoonden patiënten met een grotere afname in hyperemische microvasculaire weerstand een significante verbetering in LVEF. Beide effecten werden niet waargenomen in de groep met kleinere infarcten.
Om uit te diepen welke factoren microvasculaire disfunctie beïnvloeden tijdens een acuut voorwandinfarct, wordt in hoofdstuk 8 de invloed van serumglucosespiegels bij niet-diabetici op de stroomsnelheid en microvasculaire weerstand in de IRA en non-IRA beschreven. Bij sommige patiënten leidden stress gerelateerde metabole veranderingen in de acute fase van het infarct tot glucose-intolerantie en verhoogde serumglucosespiegels. Serumglucosewaarden waren significant geassocieerd met piek troponine T-spiegels. In de adjusted multivariate analyse waren verhoogde glucosespiegels significant geassocieerd met verminderde baseline microvasculaire weerstand (d.w.z. een hogere baseline stroomsnelheid) en verlaagde CFR in de non-IRA. Deze associatie verdween na 1 week en 6 maanden follow-up. Het is opmerkelijk dat deze associaties niet werden gevonden in de IRA, mogelijk overstemt door andere (patho)fysiologische processen.
Aangezien in non-IRA het effect van verhoogde glucosespiegels bij opname op de baseline microvasculaire weerstand meer uitgesproken was dan op de hyperemische weerstand, suggereert dit dat de autoregulatoire functie negatief wordt beïnvloed door verhoogde bloedglucosespiegels. Het verdwijnen van de associaties bij follow-up suggereert, althans gedeeltelijk, herstel van de autoregulatie in non-IRA.
Coronaire doorstromingscapaciteit (CFC) is recentelijk ontwikkeld als hulpmiddel voor diagnose, prognose en risicostratificatie bij patiënten met stabiele ischemische hartziekte met bekende waarden voor coronaire flow en weerstand. CFC geeft de relatie weer tussen hyperemische flow en CFR, is minder vatbaar voor veranderingen in de hemodynamica omdat het corrigeert voor variatie in de baseline flow. Hoofdstuk 9 beschrijft de evaluatie van CFC bij patiënten met een acuut voorwand myocardinfarct.
192





























































































   192   193   194   195   196