Page 233 - Minder Boos en Opstandig - Revised
P. 233

SAMENVATTING OUDERTRAINING BIJEENKOMST 1
In deze eerste ouderbijeenkomst hebben we kort achtergrondinformatie gegeven over gedragsproblemen en -stoornissen. We hebben aandacht besteed aan:
• De verschijnselen ofwel hoe ziet het gedrag eruit?
• De gevolgen: op korte en lange termijn
• Het ontstaan, en • De behandeling
Al deze informatie is uitgebreid voor u op een rij gezet zodat u die thuis rustig kan doorlezen. In de volgende bijeenkomst kunt u er eventueel nog vragen over stellen.
INFORMATIE VOOR OUDERS VAN KINDEREN MET EEN GEDRAGSPROBLEEM OF -STOORNIS
Verschijnselen
De meeste kinderen geven volwassenen wel eens een grote mond. Ook het pesten van andere kinderen en slaande ruzie hebben behoren tot het gewone kinderleven. Maar als kinderen zich voortdurend verzetten tegen volwassenen of als vechten met andere kinderen herhaaldelijk voorkomt, dan is er wel reden tot zorg. Er kan dan sprake zijn van gedragsproblemen. Wanneer deze uitgesproken zijn dan kan de diagnose van een oppositioneel-opstandige stoornis of van een normoverschrijdende gedragsstoornis worden gesteld.
Vier groepen gedragsverschijnselen komen bij deze gedragsstoornissen voor: 1. Dwars en opstandig gedrag
2. Anderen ergeren en de schuld geven
3. Prikkelbaarheid, boosheid en driftbuien
4. Agressief gedrag 5. Antisociaal gedrag
Dwars en opstandig gedrag
Gedrag is oppositioneel wanneer het kind zich verzet tegen de leiding van volwassenen. Voorbeelden van oppositioneel gedrag zijn: weigeren om te doen wat gevraagd wordt en met boosheid of woede reageren op een verbod of correctie.
Anderen ergeren
Voorbeelden zijn voor de tv gaan staan terwijl een broer of zus tv kijkt of de afstandsbediening afpakken en van zender wisselen. Verwant hieraan is anderen de schuld geven terwijl het kind zelf in de fout is gegaan, bijvoorbeeld bij een groepsopdracht op school.
Prikkelbaarheid, boosheid en driftbuien
Na een verbod of berisping door ouders of leraren kunnen kinderen reageren met prikkelbaarheid, boosheid, woede of een driftbui. Deze emotionele reacties kunnen ook voorkomen als iets niet lukt. Kinderen kunnen ook snel boos en driftig worden als ze door andere kinderen geplaagd worden. Kinderen die snel driftig worden zijn dan ook vaak het mikpunt van pesterijen.
Agressief gedrag
Gedrag is agressief als het kind een andere persoon of een voorwerp ‘schade’ toebrengt. Het duidelijkst is die schade bij fysieke agressie, zoals bij stompen, slaan, knijpen, schoppen, vechten, voorwerpen beschadigen en vernielen. Maar ook woorden kunnen schade toebrengen. Voorbeelden van verbale agressie zijn uitschelden, kwetsen, vernederen, bedreigen en pesten. Tenslotte vertonen kinderen ook relationele agressie, zoals onjuiste geruchten verspreiden over een ander kind om het buiten de groep te sluiten.
Samenvatting oudertraining bijeenkomst 1 - individueel
 samenvattingen | 231












































































   231   232   233   234   235