Page 168 - Minder Boos en Opstandig - Revised

WEEKOPDRACHT BIJEENKOMST 11
Je gaat deze week proberen problemen op te lossen. Probeer elke dag bij het beschreven probleem eerst zoveel mogelijk oplossingen te verzinnen. Daarna moet je bij elke oplossing in ieder geval twee gevolgen verzinnen. Als je de gevolgen hebt opgeschreven moet je nog aangeven of het een goed gevolg is (dan zet je een rondje om de +) of een slecht gevolg (dan zet je een rondje om de -). Als je alle gevolgen hebt bedacht, kies je de voor jou beste oplossing. Hiervoor zet je een rondje om het nummer van die oplossing.
VOORBEELDDAG
Twee vriendjes van jou hebben ruzie om een spelletje en zijn aan het vechten. Op dat moment kom jij eraan. Wat kun je doen?
Oplossing 1: Oplossing 2: Oplossing 3:
Vragen of ze op willen houden
Zelf het spel afpakken en er mee weglopen Hulp van een volwassene gaan halen
Gevolgen van oplossing 1: A
Gevolgen van oplossing 2: A
Gevolgen van oplossing 3: A
Ik kies oplossing
(Zet een rondje om dat nummer)
Ze luisteren en houden op met ruzie maken B Ze horen me niet en gaan gewoon door
De twee kinderen komen me achterna en gaan met mij vechten B De twee kinderen blijven verbaasd achter
Ik kan geen volwassene vinden
B De volwassene gaat mee om de kinderen uit elkaar te halen
1 / 2 / 3
Gevolg +/- +/-
+/- +/-
+/- +/-
Weekopdracht kindtraining bijeenkomst 11 - groep
166 | kindcomponent – groep