Page 709 - Het middeleeuwse kastelenlandschap van het Oversticht - Diana Spiekhout
P. 709
Bijlagen
Kasteel Almelo
Rechteren Rechteren
Dorth Hondeborg
Almelo
Dorth
Almelo & Rechteren
Inhoud
Egbert, heer van Almelo, verklaart dat hij zijn kasteel heeft opgedragen aan Reinoud II, zoon van de graaf van Gelre, als open huis en dat van hem in leen heeft terugontvangen.
Bisschop Frederik van Sierck verklaart dat hij zijn verwanten Roderik van Voorst en Herman van Voorst, knapen, het recht heeft verleend om het kasteel Rechteren dat zij aan hem hebben opgedragen en als leen en open huis hebben terugontvangen, te verbouwen en te versterken.
Bisschop Jan van Diest verklaart dat Zweder van Rechteren, knape, zijn kasteel in Rechteren aan hem heeft opgedragen en het van de Utrechtse kerk in leen heeft terugontvangen, mits Zweder het kasteel als open huis voor de bisschop ter beschikking stelt, terwijl de bisschop hem vergunt het kasteel op te bouwen, te verbouwen of te versterken.
Seyno van Dorth, knape, verklaart zijn huis te Dorth van bisschop Jan van Diest en de kerk van Utrecht voor 3 pond in erfelijk leen te hebben ontvangen onder de belofte het van hen als open huis te houden.
De broers Bernd en Gerard van Zebelinghen verklaren ten overstaan van Gerard van Dolre, Gerard van Laer, Johan van Awike en Gerard Snuye, mannen van de bisschop, dat zij aan bisschop Jan van Diest hebben opgedragen en als dienstleen hebben terugontvangen hun huis met voorburcht genaamd Ter Hondsborch en diverse goederen (zie regest). Zij verklaren dat hun huis Ther Hondsborch een open huis voor het Sticht zal zijn.
Heer Steven van Zuylen doet de hertog van Gelre een belofte over het gebruik en toezeggen van zijn huis in Almelo (mogelijk open huis, niet helemaal duidelijk, hangt mogelijk samen met verpanding van Overijssel, de oorspronkelijke oorkonde is verloren gegaan).
Seyne van Dorth en zijn zoon beloven aan hertog Reinoud van Gelre dat hij hun kasteel tegen wie dan ook mag gebruiken als open huis mits hij dit 14 dagen van tevoren laat weten.
Bisschop Jan van Arkel verklaart dat hij vrede heeft gesloten, ter bijlegging van hun onderlinge twist en oorlog, met Frederik van Hekeren, ridder, en diens vrouw Lutgaerde van Rechteren, alsmede Frederik met Everde van Hekeren, knape, en diens jonkvrouwe Bate van Almelo, waarbij wordt overeengekomen:
(1) dat de laatste nooit meer hun lijve, slote en veste tegen de onderdanen van de bisschop zullen gebruiken
(2) dat zij hun slot te Almelo voor een open huis voor de bisschop zullen houden
(3) dat zij de bisschop hulp zullen bieden tegen diens vijanden, behalve tegen Frederik van Voorst, diens broers en hun eigen broers en leenmannen
(4) dat zij zich geen hooggericht in Almelo of onderhorige dorpen zullen aanmeten, maar misdadigers zullen overleveren aan de dienaars van de bisschop
..... et cetera
(6) dat Frederik en zijn vrouw tegen betaling van 4000 pond de bisschop alle goederen die zij van hem hebben zullen teruggeven, waarvoor ze dan als enig onderpand het hoog- en laaggericht te Haaksbergen krijgen, op voorwaarde dat zij daar, zonder toestemming van de bisschop, geen vesting zullen bouwen
... et cetera (zie regest)
Datering
26-04-1318
27-03- 1320;
13-04-1326
26-02-1329
24-10-1333 en 26-10- 1333
05-06-1339
19-12-1348
16-04-1363
Bron
OBO nr. 685, zie aantekenin- gen aldaar.
Muller 1889: 312.
Huisarchief Rechteren inv. nr. 840.
Van Mieris 1754: 479.
UA BA nr. 319x.
OBO V nr. 1169, zie aantekenin- gen aldaar.
OBO VI nr. 1458, zie aantekenin- gen aldaar.
RHA nr. 51.
B
707