Page 629 - Het middeleeuwse kastelenlandschap van het Oversticht - Diana Spiekhout

Eggenstein, G., 1999. Die “Fuchsspitze” und die “Burgstätte" an der Lippe in Datteln-Markfeld Kreis Recklinghausen. Ausgrabungen und Funde in Westfalen- Lippe 9, 129-138.
Eggink, G.H., R. ten Pas & L.H. Maas. 1995. Boerderij- en veldnamen in Borculo. Doetinchem, Stichting Staring Instituut.
Eijken, E.D., 1996. De Overstichtse lenen en hun recht. Overijsselse Historische Bijdragen 111, 9-71.
Elzen, E.W.F. van & G.M. de Meyer, 1981. Knokken en dokken. Veiligheid en welstand van een 14e-eeuwse stad. Overijsselse Historische Bijdragen 96, 5-27.
Engen, H. van & R. Rutte, 2007. Met dank aan de landsheer. Enkele hoofdlijnen in de ontstaansgeschiedenis van de Overijsselse steden. Overijsselse Historische Bijdragen 122, 177-204.
Eshuis, G.J., 1950. Middeleeuwse vluchtburchten, of vluchtheuvels bij hoog water? Dagblad van het Oosten.
Eshuis, G.J., 1976.Van Boerenland tot Stadsrand. Enschede, Witkam.
Essenwein, A. O. von, 1889. Die Kriegsbaukunst. Darmstadt, Bergstrăsser.
Ettel, P., 2008. Frühmittelalterliche Burgen in Deutschland zum Stand der Forschung. In: P. Ettel, A.M. Flambard Héricher & T.E. McNeill (red.), Château Gaillard 23. Caen, CRAHM, 161-186.
Exaltus,R.&P.J.Orbons,1995.Archeologisch onderzoek op kasteelterrein Selwerd. Amsterdam, RAAP.
Exaltus, R. & P.J. Orbons, 1996. Raap- rapport 213, gemeente Wijhe, archeologisch onderzoek op kasteelterrein Nijenhuis. Amsterdam, Stichting RAAP.
Feith, M.O., 1839. Iets over het Cortinghuis. Groningse Volksalmanak, 135-146.
Feith, H.O., 1910. Groenenberg-Euvelgunne. Groningse Volksalmanak 1910, 158-168.
Feldmann, B., 1995. Die Höfe des Munsterlandes und ihre grundherrlichen Verhältnisse. Munster, Aschendorffsche Verlagbuchhandlung GmbH & co.
Finck von Finckenstein, A., 1989. Bischof und Reich. Untersuchungen zum Integrationsprozess des ottonisch- frühsalischen Reiches (919-1056). Sigmaringen, Jan Thorbecke.
Flambard Héricher, A.M. & B. Lepeuple, 2008. Topographie et prospection; Une approche renouvelée de l’étude des châteaux 1980- 2006. In: P. Ettel, A.M. Flambard Héricher & T.E. McNeill (red.), Château Gaillard 23. Caen, CRAHM, 189-204.
Formsma, W.J., 1935. De graaf van Goor en het graafschap Twente. De Vereeniging tot Beoefening van Overijsselsch Regt en Geschiedenis 51, 40-48.
Formsma, W.J, R.A. Luitjens-Dijkveld Stol & A. Pathuis, 1973. De Ommelander Borgen en Steenhuizen. Assen, Van Gorcum.
Fournier, G., 1978. Le château dans la France médievale; essai de sociologie monumentale. Paris, Aubier Montaigne.
Frankewitz, S., 2003. De Gelderse landsheerlijke burchten van de dertiende tot het einde van de vijftiende eeuw. In: Evers,M., W. TH. M. Frijhoff, G. Nijsten, G.H.A.V. B. Thissen & J.M. van Winter (red.), Geschiedenis, kunst en cultuur tussen Maas, Rijn en IJssel. Het hertogdom Gelre. Utrecht, Matrijs, 187-206.
Geerdink, E., 1895. Eenige Bijdragen tot de geschiedenis van het archidiaconaat en aartspriesterschap Twenthe en Calendarium St. Plechelmi te Oldenzaal. Uit de nagelatene schriften en mededeelingen van wijlen J. Geerdink, pastoor te Lutte. Vianen, Snelpersdruk De Vijfheerenlanden.
Geerts, G.J., 1989. Goor, de oude en de nieuwe stad. Vereeniging tot beoeffening van Overijsselsch Regt en Geschiedenis 105, 7-13.
Gevers, A.J. & A.J. Mensema, 1995. De B havezaten in Twente en hun bewoners.
Zwolle, Waanders Uitgevers.
Bibliografie
627