Page 527 - Het middeleeuwse kastelenlandschap van het Oversticht - Diana Spiekhout
P. 527
twijfelen Gevers en Mensema aan de identificatie van dit kasteelterrein als Olidam. Deze twijfel is gebaseerd op een waarneming uit 1841, waar de nabijgelegen boerderij De Pool ook wel bekend stond onder de naam Olidam. Pool zou volgens Gevers en Mensema een verbastering zijn van Pol, wat refereert naar een versterkte verhoging. De boerderij zou de opvolger van Olidam zijn. In het door Hulshoff opgegraven terrein zien Gevers en Mensema zonder duidelijke argumentatie eerder een spieker van een dienstman van Goor. Helaas is de boerderij De Pool afgebrand in 1945 en daarna vergraven. Bestudering van historisch kaartmateriaal geeft geen uitsluitsel in dit vraagstuk.607
Peize-I
Uit diverse dertiende-eeuwse verhalende bronnen blijkt dat in Peize meerdere adellijke huizen en versterkingen hebben gestaan. Toch is het tot op heden onduidelijk waar de genoemde terreinen hebben gelegen.
Geografische coördinaten: X 228.962 / Y 573.946 Provincie: Drenthe
Gemeente: Noordenveld
Toponiem: -
Datering: <1251
Oudst bekende functie: versterking van partij
Archeologie: Archeologen hebben gedurende de opgraving naar de havezate Peize niets gevonden wat wijst op een mogelijke middeleeuwse voorganger.608
Bouwgeschiedenis: -
Iconografie: -
Geschiedenis: In de geschreven bronnen zijn diverse adellijke huizen en versterkingen vermeld die in of nabij Peize lagen in de dertiende eeuw. De heren van Peize worden voor het eerst in 1177/1178 genoemd tijdens het episcopaat van bisschop Godfried.609 Ze zijn in deze jaren betrokken bij verschillende conflicten, zo delen de anonieme schrijver van de Narracio en abt Menko ons mee.610 De eerste vermelding van huizen van leden van het geslacht Van Peize dateert van 1242. Gedurende de partijstrijd tussen de prefectenfamilie en hun aanhangers enerzijds en de Gelkingers en Papelingers en hun aanhangers anderzijds verwoestte laatstgenoemde partij de huizen van de ridders van Peize.611 De Van Peizes steunden namelijk de Groningse prefectenfamilie en de bisschop. Het ging om de huizen van de gebroeders Adolf en Rudolf en diens neven. Tijdens de verwoesting werd veel kostbare huisraad verbrand of geroofd en boomgaarden gingen verloren. In de desbetreffende passage duidt Menko de huizen te Peize aan met domus, terwijl hij de Gronenburg een castrum noemt. Mogelijk waren de huizen van de ridders van Peize in 1242 niet versterkt of hadden zij een andere functie dan de Gronenburg.
Volgens abt Menko werd in 1251 te Peize een versterking (munitio) verwoest. Deze versterking
lijkt, gezien de context, op dat moment in handen te zijn van de Groningse prefectgezinde C partij.612 Al eerder kwamen we vermeldingen van een versterking in de buurt van Peize tegen,
maar deze was in handen van de tegenstanders van de prefect.613 De in 1251 genoemde versterking kan dus een andere zijn, maar het is ook mogelijk dat de verwoeste versterking is hergebruikt door de tegenpartij. Hierna worden geen huizen en versterkingen van de ridders
van Peize meer genoemd in historische bronnen.614
Peize-II
In de Utrechts-Groningse oorlog liet bisschop Frederik van Blankenheim vijf kastelen bouwen om het handelsverkeer van en naar de stad Groningen te ontregelen. Van drie van deze
Catalogus
607 Gevers & Mensema 1995: 330-331.
608 De Wit & Schoneveld 2000: 16-17.
609 OGD I nr. 37.
610 Jansen & Janse 1991: 346, 385; Van Rij 1989: 7.
611 Jansen & Janse 1991 346.
612 Jansen & Janse 1991: 385.
613 Zie in deze catalogus ‘Liewerdawinkel’.
614 Bos et al. 1989: 384.
525