Page 497 - Het middeleeuwse kastelenlandschap van het Oversticht - Diana Spiekhout
P. 497
bewaring van het teruggewonnen kasteel Coevorden. Gerard en Hacko hadden de bisschop namelijk geld geleend en kregen daarom het kasteel in pand. Om te voorkomen dat Gerard en Hacko te veel zeggenschap over Coevorden kregen, vaardigde bisschop Hendrik ook een open-huisverdrag uit.431
Drie jaar later beschrijft abt Menko in zijn kloosterkroniek ook een Gerard Klencke.432 Deze Gerard was wijbisschop, maar hield zich tevens bezig met wereldlijke zaken. Hij had namelijk samen met andere bisschopsgezinde edelen vooraan gestaan bij de verwoesting van een kasteel-in-aanbouw in Eelde.433
In het eerste kwart van de veertiende eeuw was de familie Klencke verdeeld over de trouw richting de bisschop, zoals de historicus Tromp al heeft uiteengezet.434 Er is dan geen sprake meer van een bisschopsgezinde partij, maar van verschillende edelen die onderling met elkaar in conflict waren. Of de familie Klencke in de dertiende en veertiende eeuw ook al woonde op het huis Klencke valt niet met zekerheid te zeggen; het huis zelf wordt pas voor het eerst vermeld in 1482.435 Aan te nemen valt dat de familie Klencke ook al vóór deze periode in het bezit was van een adellijk huis waaraan zij hun naam ontleenden.
Klinkenberg
Ten noordwesten van het Drentse plaatsje Zwinderen en ten westen van het dorp Gees liggen de restanten van een mottekasteel dat de naam de Klinkenberg draagt. De motte is gelegen in het beekdal van het Loodiep, ook wel de Geeserstroom genoemd. Het kasteel grensde direct aan deze beek. De huidige gekanaliseerde loop stroomt tegenwoordig ten oosten van de Klinkenberg. Circa 300 meter ten noorden van het kasteel ligt de weg tussen Coevorden en Ruinen. Het reliëf van de Klinkenberg is naar aanleiding van een opgraving van de RCE gereconstrueerd als archeologisch monument.436
Geografische coördinaten: X 240.593 / Y 529.152 Gemeente: Coevorden
Toponiem: Klinkenberg
Datering: circa 1239
Oudst bekende functie: onbekend
Archeologie: Het mottekasteel Klinkenberg bestaat uit twee kasteeleilanden: het zuidelijk gelegen, bijna ronde kasteeleiland van ongeveer 40 à 45 meter in doorsnede, en het noordelijke, niervormige kasteeleiland met afmetingen van ongeveer 55 x 23 meter.
Er zijn verschillende archeologische onderzoeken naar de Klinkenberg verricht: een kleinschalige veldwerkcampagne in 1991, geofysisch onderzoek in 1998 en opgravingen in
2002.437 Op basis van deze onderzoeksresultaten kunnen we concluderen dat de Klinkenberg
het restant is van een tenminste 3 meter hoog mottekasteel. Oorspronkelijk waren de kasteeleilanden hoger, maar ze zijn in 1936 grotendeels afgegraven. Beide kasteeleilanden C worden omringd door een nu weer zichtbaar gemaakte gracht van ongeveer 10,5 tot 15
meter breed en een diepte van ongeveer 1,4 meter.
We kunnen een indruk krijgen van hoe de Klinkenberg er vóór de afgraving in 1936 moet hebben uitgezien, want in 1848 heeft de conservator van het Rijksmuseum van Oudheden, Leonard J.F. Janssen, een beschrijving van het terrein gepubliceerd.438 Volgens hem waren de kasteelheuvels ongeveer 5 tot 6,2 meter hoog. Beide heuvels werden gescheiden door een tussengracht en waren aan de buitenkant omringd door een gracht van ongeveer 6
431 OSU III nr. 1591.
432 Jansen & Janse 1991: 410-411.
433 Jansen & Janse 1991: 410-411.
434 Tromp 1985: 183.
435 Bos et al. 1989: 100-106.
436 Van Doesburg 2002: 174.
437 Jelsma 1991; Scholte Lubberink 1999; Van Doesburg 2002.
438 Janssen 1848: 132.
Catalogus
495