Page 200 - scheppingen
P. 200
nine
198
miR155 in corticale tubers en in subependymale reuscel astrocytoom, vooral in de abnormaal gevormde neuronen, reuscellen en reactieve astrocyten. De expressie van deze drie miRNAs kon verhoogd worden door gliacellen in kweek te stimuleren met IL-1β. Artificiële verhoging van de expressie van miR146a of miR155 resulteerde in een anti- of pro-inflammatoire reactie, respectievelijk, onder inflammatoire condities in astrocytenkweken. In hoofdstuk 6 vonden we met behulp van next generation sequencing miR147b als nieuwe belangrijke regulator van IL-1β-gemedieerde inflammatie in humane astrocytenkweken. Ook vonden we dat zowel miR146a als miR147b in staat waren om verstoorde proliferatie van astrocyten te herstellen en om neuronale differentiatie van neuronale stamcellen te stimuleren. Het lijkt hierom nuttig om verder onderzoek te doen naar de potentiële klinische toepasbaarheid van miR146a en miR147b in de behandeling van neurologische aandoeningen met inflammatie, zoals epilepsie.
We konden verschillende aspecten van het genexpressieprofiel van TSC tubers correleren aan ons classificatiesysteem voor de verschillende tuber types, wat we heb- ben beschreven in hoofdstuk 7. Ook laten we nieuwe data zien waaruit blijkt dat de grijze stof in TSC tubers meer aangedaan lijkt dan de witte stof. Ook brengen we, na Library of Integrated Network-based Cellular Signatures (LINCS) analyse van de genex- pressiedata van tubers in vergelijking met controle hersenweefsel, TPCA-1 naar voren als interessante stof om potentieel de veranderde genexpressie in TSC te herstellen.
Samenvattend, we hebben gezien dat inflammatoire signaleringsroutes deel uit- maken van de meest gedereguleerde systemen in TSC tubers, en daarom uitstekende uitganspunten zijn voor verder onderzoek. We hebben specifieke biologische signaal- routes aangewezen die gedereguleerd zijn en potentiële doelwitten voor farmacolo- gische behandeling. Met astrocytenkweken hebben we de functionele eigenschappen bepaald van meerdere targets die veranderd zijn in TSC en onze data suggereert dat miRNAs bruikbaar kunnen zijn in de behandeling van farmacoresistente epilepsie in TSC. Resultaten van zowel pre-klinische als klinische studies zijn bovendien bemoedigend en wijzen erop dat miRNAs van therapeutische waarde kunnen zijn in de behandeling van refractoire epilepsie. Daarom zou het toedienen van miRNAs een veelbelovende nieuwe therapie kunnen zijn in de behandeling van epilepsie en TSC.